Besluit van 12 oktober 1992, houdende vaststelling van een algemene maatregel van
bestuur als bedoeld in de artikelen 2, derde lid; 3 en 6, tweede lid, van de Wet collectieve
preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
5 februari 1991 directoraat-generaal van de Volksgezondheid, PEP/GZ no. 295;
Gelet op de artikelen 2, derde lid, 3 en 6, tweede lid, van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300);
Gezien het advies van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid (advies van 8 september
1988);
De Raad voor de Gemeentefinanciën gehoord (advies van 30 augustus 1988);
De Raad van State gehoord (advies van 18 juni 1991, no. W13.91.0082);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
van 1 oktober 1992 directoraat-generaal van de Volksgezondheid, PEP/GZ no. 924294;
Hebben goedgevonden en verstaan: