Besluit van 13 oktober 1992, houdende regelen met betrekking tot de instelling, de
taak, de samenstelling en de werkwijze van de commissie bedoeld in de artikelen 82a,
eerste lid, en 97b, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, de artikelen
117a, eerste lid, en 128, eerste lid, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal
en artikel 55a, eerste lid, van het Arbeidsovereenkomstenbesluit
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 22 augustus 1991, nr.
AB91/U420 directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden,
afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid, 125e, zesde lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);
De Raad van State gehoord (advies van 25 februari 1992, nr. W04.91.0459);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 8 oktober 1992,
AB92/248 directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden,
afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan