Wet van 29 oktober 1992, tot herverdeling van het wegenbeheer over Rijk, provincies,
gemeenten en waterschappen en daarmee samenhangende herziening van de financiering
van de wegenzorg
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, zowel voor een efficiëntere organisatie
van de wegenzorg als in het licht van het streven naar decentralisatie, wenselijk
is wijziging te brengen in de verdeling van openbare wegen over Rijk, provincies,
gemeenten en waterschappen, dat bovendien het verschaffen van de in de Wet Uitkeringen
Wegen (Stb. 1966, 367) geregelde uitkeringen moet worden beëindigd, en dat het wenselijk is in
samenhang hiermee wijziging te brengen in de financiële verhouding tussen deze overheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: