Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2008.
Geldend van 16-12-1992 t/m 31-12-2014

Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 14 van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991, 703), alsmede de Aanwijzingen inzake openbaarheid van bestuur, vastgesteld bij besluit van de Minister-President van 8 april 1992, nr. 92M001858 (Stcrt. 84);

Besluit:

Hoofdstuk I

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

de wet:

de Wet openbaarheid van bestuur;

de gemachtigd ambtenaar:

een ambtenaar die door de minister tot het beslissen over verzoeken om informatie is gemachtigd;

informatiepunt:

een persoon of een plaats binnen het ministerie en binnen de daaronder ressorterende instellingen, diensten of bedrijven waar informatie kan worden verkregen;

de minister:

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

De WOB-contactfunctionaris:

de ambtenaar die krachtens artikel 3, tweede lid, is aangewezen.

Artikel 2. Register

  • 1 Er is een register waarin worden opgenomen:

    • a. de onder verantwoordelijkheid van de minister werkzame instellingen, diensten en bedrijven;

    • b. de niet-ambtelijke adviescommissies.

  • 2 Het register vermeldt de naam, adressen en informatiepunten van de instellingen, diensten en bedrijven.

  • 3 Het register ligt voor een ieder ter inzage bij het Bureau Persoonlijke Voorlichting van de Directie Voorlichting en Externe Betrekkingen en de bibliotheek van het ministerie.

  • 4 Met het bijhouden van het register is belast de WOB-contactfunctionaris.

Artikel 3. Gemachtigd ambtenaar

  • 1 Als gemachtigd ambtenaar wordt aangewezen de Secretaris-Generaal.

  • 2 De gemachtigd ambtenaar wijst een ambtenaar aan, die hem als WOB-contactfunctionaris bijstaat bij de uitvoering van de wet.

Artikel 4. Informatiepunten

  • 1 Als informatiepunt binnen het ministerie wordt aangewezen: de Directie Voorlichting en Externe Betrekkingen (centraal informatiepunt).

  • 2 De informatiepunten voor de in het register vermelde instellingen, diensten en bedrijven worden aangewezen door de leiding daarvan.

Hoofdstuk II. Informatie op verzoek

Artikel 5

  • 1 Het behandelen van verzoeken om informatie en vragen daaromtrent geschiedt door de dienstonderdelen die met voorlichting zijn belast, voor zover het niet door de bewindspersonen zelf geschiedt, of door hen in bepaalde gevallen aan anderen is opgedragen.

  • 2 Het in het eerste lid gestelde doet geen afbreuk aan de uit de normale taakuitvoering voortvloeiende plicht van de ambtenaar om aan particuliere personen en instanties met wie hij door zijn functie in contact komt, informatie op verzoek te verschaffen over de daarbij aan de orde zijnde aangelegenheden.

Artikel 6

De dienstonderdelen en ambtenaren, bedoeld in artikel 5, leiden via de WOB-contactfunctionaris een verzoek om informatie ter beslissing door naar de gemachtigd ambtenaar, indien zij:

  • a. in geval van een mondeling verzoek om informatie van oordeel zijn dat het verzoek op grond van de bij of krachtens de wet gestelde regels niet kan worden ingewilligd en de verzoeker om een schriftelijke beslissing vraagt;

  • b. weten of redelijkerwijs kunnen vermoeden dat de geldende voorschriften ruimte laten voor verschillende uitleg over de vraag of een verzoek om informatie al dan niet behoort te worden ingewilligd;

  • c. weten of redelijkerwijs kunnen vermoeden dat inwilliging of weigering van een verzoek om informatie belangrijke maatschappelijke of politieke gevolgen kan hebben.

Artikel 7

De gemachtigd ambtenaar legt een verzoek om informatie aan de minister voor, indien inwilliging of afwijzing daarvan belangrijke maatschappelijke of politieke gevolgen kan hebben.

Artikel 8

  • 1 Als het document waarin de gevraagde gegevens zijn neergelegd, berust onder de minister tot wie de verzoeker zich heeft gewend, maar het betrokken document tot stand is gekomen onder eerste of mede-verantwoordelijkheid van een andere minister, wordt de beslissing op het verzoek om informatie niet genomen dan nadat met de andere minister is overlegd.

  • 2 Leidt het overleg tot de slotsom dat de beslissing op het verzoek om informatie beter kan worden genomen door de andere minister, dan wordt de verzoeker naar hem verwezen. In het geval van een schriftelijk verzoek wordt dit doorgezonden onder de mededeling van de doorzending aan de verzoeker.

Hoofdstuk III. Informatie uit eigen beweging

Adviezen

Artikel 9

Over openbaarmaking van adviezen van ambtelijke dan wel gemengd samengestelde adviescommissies werkzaam onder verantwoordelijkheid van de minister beslist de gemachtigd ambtenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 4, tweede lid, onder g, van het Reglement van Orde voor de Raad van Ministers (Stb. 1979, 264).

Artikel 10

De openbaarmaking van adviezen van niet-ambtelijke adviescommissies en het doen van mededeling daarvan in de Staatscourant worden door deze adviescommissies zelf verzorgd.

Artikel 11

Adviezen, nota's en rapporten die gezien hun omvang daarvoor in aanmerking komen, worden eventueel voorzien van een tevens voor openbaarmaking bestemde samenvatting.

Hoofdstuk IV. Slotbepalingen

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal worden geplaatst in de Staatscourant en afschrift daarvan zal worden gezonden aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken.

's-Gravenhage, 7 december 1992

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur

  • I. Onder verantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn de volgende instellingen, diensten en bedrijven werkzaam:

    Geen.

  • II. Als niet-ambtelijke adviescommissies worden aangemerkt:

    • a. Raad voor de Volkshuisvesting

    • b. Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening

    • c. Waddenadviesraad

    • d. Centrale raad voor de milieuhygiëne

    • e. Raad voor de Drinkwatervoorziening

    • f. Raad voor het milieu- en natuuronderzoek

    • g. Adviescommissie afgewerkte olie

    • h. Voorlopige commissie genetische modificatie

    • i. Technische commissie bodembescherming