Wet van 16 december 1992, tot goedkeuring en uitvoering van de op 26 mei 1992 te 's-Gravenhage
tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake de exploitatie van de voorkomens
in het Markhamveld en de afname van bitumina daaruit, met bijlagen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 26 mei 1992 te 's-Gravenhage tot
stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake de exploitatie van de voorkomens in het
Markhamveld en de afname van bitumina daaruit (Trb. 1992, 99) ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan
worden gebonden, en dat ter uitvoering van deze Overeenkomst enige wettelijke voorzieningen
moeten worden getroffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: