-
ACAS: Airborne Collision Avoidance System, een systeem aan boord van een luchtvaartuig, werkend met signalen van transponders
en onafhankelijk van installaties op de grond, dat de gezagvoerder advies geeft over
mogelijk conflicterende luchtvaartuigen die zijn uitgerust met een transponder;
-
alarmering: een dienstverlening met het doel de betrokken instanties te waarschuwen
aangaande luchtvaartuigen die hulp behoeven in de vorm van opsporing en redding en
deze instanties bij te staan voor zover dat vereist is;
-
algemeen luchtverkeersleidingsgebied: een luchtverkeersleidingsgebied dat zich in
opwaartse richting uitstrekt vanaf een vastgestelde grens boven het aardoppervlak;
-
baanwachtpositie: een gemarkeerde positie waar voertuigen en taxiënde luchtvaartuigen
verplicht zijn te stoppen met als doel een baan, een hindernisbeperkend vlak of een
ILS/MLS-kritisch of -gevoelig gebied te beschermen;
-
bijzondere VFR-vlucht: een VFR-vlucht, die overeenkomstig een klaring van een verlener
van luchtverkeersleidingsdiensten wordt uitgevoerd binnen een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied,
onder weersomstandigheden die slechter zijn dan zichtweersomstandigheden;
-
daglichtperiode: het gedeelte van het etmaal tussen vijftien minuten voor zonsopgang
en vijftien minuten na zonsondergang zoals geldt voor de positie 52°00' N en 05°00'
O op zeeniveau;
-
gecontroleerde luchthaven: een luchthaven waar luchtverkeersleiding wordt gegeven
aan luchthavenverkeer;
-
gecontroleerde vlucht: een vlucht waarvoor een klaring is vereist;
-
geldend vliegplan: het ingediende vliegplan met inbegrip van eventuele wijzigingen
veroorzaakt door daarop verstrekte klaringen;
-
grondzicht: het zicht op een luchthaven, zoals bepaald door een bevoegde waarnemer
of met daartoe bestemde apparatuur;
-
helikopter: gemotoriseerd luchtvaartuig met rotorbladen, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk
in de lucht kan worden gehouden door aërodynamische reactiekrachten op zijn rotorbladen;
-
IFR-vlucht: een vlucht waarop, naast de in hoofdstuk III, afdeling 2, vastgestelde algemene vliegvoorschriften, tevens de in afdeling 4 vastgestelde instrumentvliegvoorschriften van toepassing zijn;
-
inhalen: een ander luchtvaartuig van achteren naderen uit een richting, die een hoek
maakt van minder dan 70° met het vlak van symmetrie van dit luchtvaartuig;
-
instrumentnaderingsprocedure: een serie van vooraf bepaalde manoeuvres met behulp
van navigatie-installaties waarbij precies beschreven bescherming wordt geboden tegen
obstakels vanaf een vastgestelde positie waar de nadering begint of vanaf het begin
van een gedefinieerde aankomstroute, naar een punt waarvandaan de landing kan worden
afgerond en daarna, wanneer een landing niet is afgerond, naar een positie waar obstakelvrije
ruimte wordt geboden aan luchtvaartuigen in een wachtprocedure of kruisvlucht;
-
instrumentweersomstandigheden: weersomstandigheden, die zijn uitgedrukt in termen
van zicht, afstand tot wolken en wolkenbasis en die minder zijn dan de voorgeschreven
minimum waarden voor zichtweersomstandigheden;
-
kruishoogte: een vlieghoogte, die tijdens een aanzienlijk deel van een vlucht wordt
gehandhaafd;
-
landingsterrein: het gedeelte van een luchthaven, met uitzondering van platforms,
dat bestemd is voor het opstijgen, het landen en het taxiën van luchtvaartuigen;
-
luchtschip: luchtvaartuig, lichter dan lucht, dat is voorzien van een voortstuwingsinrichting
en een besturingsinrichting;
-
luchthavenverkeer: alle verkeer op het landingsterrein en alle luchtvaartuigen die
zich bevinden in het luchtverkeerscircuit van de betrokken luchthaven dan wel dit
circuit binnen vliegen of verlaten;
-
luchtverkeersadvisering: adviezen die binnen het luchtverkeersdienstverleningsgebied
klasse F worden gegeven met het doel, voor zover uitvoerbaar, separatie te verzekeren
tussen vluchten die worden uitgevoerd volgens IFR-vliegplan;
-
luchtverkeerscircuit: de voorgeschreven vliegbaan voor luchtvaartuigen, die moet worden
gevolgd in de nabijheid van een luchthaven;
-
luchtverkeersdienstverleningsgebieden: delen van het luchtruim met vastgestelde begrenzingen,
waarvoor is vastgesteld welke soorten vluchten erin mogen worden uitgevoerd en welke
soorten luchtverkeersdiensten er worden verleend, alsmede welke regels gelden voor
de vluchtuitvoering;
-
luchtverkeersinformatie: informatie verstrekt door een verlener van luchtverkeersdiensten
met het doel bestuurders opmerkzaam te maken op ander, bekend of waargenomen, luchtverkeer
dat mogelijkerwijs in de nabijheid van hun positie of voorgenomen vliegroute verkeert,
alsmede bestuurders behulpzaam te zijn bij het vermijden van botsingen;
-
luchtverkeersleidingsgebied: een luchtverkeersdienstverleningsgebied waarbinnen luchtverkeersleidingsdiensten
worden verleend aan IFR-vluchten, en aan VFR-vluchten in overeenstemming met de geldende
luchtruim classificatie;
-
luchtverkeersontwijkadvies: een door een verlener van luchtverkeersdiensten verstrekt
advies tot het uitvoeren van bepaalde manoeuvres, met het doel bestuurders behulpzaam
te zijn bij het vermijden van botsingen;
-
luchtverkeersroute: een bepaalde route, vastgesteld om de verkeersstroom te kanaliseren,
waar dat nodig is voor het verlenen van luchtverkeersdiensten;
-
meldingspunt: de geografisch bepaalde plaats, ten opzichte waarvan de positie van
een luchtvaartuig kan worden gemeld;
-
MLA: MLA als bedoeld in artikel 1 van het Besluit luchtvaartuigen 2008;
-
MLH: MLH als bedoeld in artikel 1 van het Besluit luchtvaartuigen 2008;
-
modelraket: modelraket als bedoeld in artikel 1 van de Regeling modelraketten;
-
motorzweefvliegtuig: vliegtuig dat bij uitgeschakelde motor de eigenschappen heeft
van een zweefvliegtuig;
-
naderingsluchtverkeersleidingsgebied: een algemeen luchtverkeersleidingsgebied, dat
doorgaans is ingesteld bij het kruispunt van luchtverkeersroutes gelegen in de nabijheid
van één of meer luchthavens;
-
omschakelpunt: het punt waar een luchtvaartuig tijdens een vlucht langs een gedeelte
van een luchtverkeersroute, dat is bepaald met betrekking tot rondomstralende radiobakens
werkend op zeer hoge frequenties, verwacht wordt - voor de primaire navigatie - om
te schakelen van het baken achter het luchtvaartuig naar het volgende baken vóór het
luchtvaartuig;
-
Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat voor wat het burgerluchtverkeer
en de algemene verkeersveiligheid in de lucht betreft en Onze Minister van Defensie
voor wat het militaire luchtverkeer betreft;
-
plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied: een luchtverkeersleidingsgebied, dat zich
verticaal uitstrekt vanaf het aardoppervlak tot aan een vastgestelde bovengrens;
-
platform: een gedeelte van een luchthaven, dat bestemd is voor het opstellen van luchtvaartuigen,
met het doel passagiers te laten in- of uitstappen, post of vracht te laden of te
lossen, brandstof in te nemen, te parkeren of onderhoudswerkzaamheden te verrichten;
-
RA: Resolution Advisory, een door ACAS aan de gezagvoerder gegeven advies om zodanig te manoeuvreren dat
een botsing wordt voorkomen;
-
schermvliegtuig: zweeftoestel zonder starre hoofdstructuur dat kan worden gedragen
en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de
bestuurder;
-
schermzweeftoestel: ongemotoriseerd schermvliegtuig;
-
taxiën: het op eigen kracht voortbewegen van een luchtvaartuig op een luchthaven,
met uitzondering van de start en landing, maar met inbegrip van het voortbewegen van
een helikopter boven een luchthaven binnen een hoogteband waar grond-effect wordt
ondervonden en met een snelheid die vergelijkbaar is met die van andere taxiënde luchtvaartuigen;
-
TMG: motorzweefvliegtuig met een integraal gemonteerde niet intrekbare motor en een
niet intrekbare propeller, dat in staat is om op eigen kracht op te stijgen en te
klimmen (Touring Motor Glider);
-
transponder: een radarbeantwoordingssysteem met informatie over de identiteit en eventueel de
hoogte van het luchtvaartuig;
-
uitwijkhaven: een luchthaven waarheen een vlucht kan worden vervolgd indien moet worden
afgezien van landing op de luchthaven van bestemming;
-
VFR-vlucht: een vlucht waarop, naast de in hoofdstuk III, afdeling 2, vastgestelde algemene vliegvoorschriften, tevens de in afdeling 3 vastgestelde zichtvliegvoorschriften van toepassing zijn;
-
vlieghoogte: de hoogte van een zich in de lucht bevindend luchtvaartuig uitgedrukt
in:
-
vliegniveau: een vlak van constante atmosferische druk in relatie tot het referentiedrukvlak
van 1013.2 hectopascals, dat van soortgelijke vlakken is gescheiden door bepaalde
drukintervallen;
-
vliegtuig: gemotoriseerd luchtvaartuig met vaste vleugels, zwaarder dan lucht, dat
hoofdzakelijk in de lucht gehouden kan worden door aërodynamische reactiekrachten
op zijn vleugels;
-
vliegzicht: het zicht recht vooruit waargenomen vanuit de stuurhut van een luchtvaartuig
tijdens de vlucht;
-
vluchtinformatiegebied: een luchtruimte met vastgestelde begrenzingen, waarbinnen
inlichtingen tijdens de vlucht worden verstrekt en alarmering wordt verzorgd;
-
vluchtinformatieverstrekking: een dienstverlening met het doel inlichtingen te geven
tijdens de vlucht ten behoeve van een veilige en doelmatige vluchtuitvoering;
-
vrije ballon: luchtvaartuig, lichter dan lucht, dat niet voorzien is van een voortstuwingsinrichting
en is ingericht en bestemd om ten minste één persoon te vervoeren;
-
wolkenbasis: de hoogte boven grond of water van de basis van de laagste wolkenlaag
beneden 6000 meter (20 000 voet) die meer dan de helft van de hemel bedekt;
-
zeilvliegtuig: zweeftoestel met een starre hoofdstructuur, dat kan worden gedragen
en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de
bestuurder;
-
zichtweersomstandigheden: weersomstandigheden, die zijn uitgedrukt in termen van zicht,
afstand tot wolken en wolkenbasis, die gelijk zijn aan - of beter dan - voorgeschreven
minimum waarden;
-
zweeftoestel: luchtvaartuig, niet zijnde TMG, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk
in de lucht kan worden gehouden door aërodynamische reactiekrachten en waarvan de
vrije vlucht niet afhankelijk is van een motor;
-
zweefvliegtuig: zweeftoestel met een vaste vleugel.