Besluit van 23 december 1992, houdende vaststelling van de bedragen genoemd in artikel
8, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december
1992, Directoraat-Generaal voor Algemene Beleidsaangelegenheden, Directie Algemeen
Economisch en Inkomensbeleid, nr. ABA/AEI/IB/92/1340;
Gelet op artikel 14, vijfde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657);
Gezien het advies van de Sociaal-Economische Raad (advies van 20 november 1992);
De Raad van State gehoord (advies van 18 december 1992, nr. 12.92.0615);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van
21 december 1992, Directoraat-Generaal voor Algemene Beleidsaangelegenheden, Directie
Algemeen Economisch en Inkomensbeleid, nr. ABA/AEI/IB/92/1422;
Hebben goedgevonden en verstaan