Gemiddeld premiepercentage WW voor wachtgeldfonds en Ziektewet

[Regeling vervallen per 22-09-2004.]
Geraadpleegd op 03-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-1993 en zichtdatum 01-01-1993.
Geldend van 01-01-1993 t/m 21-09-2004

Gemiddeld premiepercentage WW voor wachtgeldfonds en Ziektewet

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Gelet op de artikelen 9, vierde lid, en 29, achtste lid, van de Algemene Ouderdomswet (Stb. 1990, 129), de artikelen 19, vierde lid, en 37b, vijfde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1990, 130), artikel 41a, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1990, 127), de artikelen 5b, vierde lid, en 16b, tweede lid, van de Wet Werkloosheidsvoorziening (Stb. 1964, 485), artikel 1, zesde lid, van de Algemene Bijstandswet (Stb. 1973, 395), artikel 10, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Stb. 1987, 92), artikel 10, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Stb. 1987, 281), artikel 6, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen (Stb. 1972, 313), artikel 85, derde lid, van de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93), artikel 61, eerste lid, van de Ziektewet (Stb. 1987, 88), artikel 19a, tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 621), artikel 36, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. 1986, 575), artikel 32, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1986, 576), artikel 43, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Stb. 1986, 360) en artikel 26, derde lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 622);

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Voor de toepassing van de artikelen 9, derde lid, en 29, zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet (Stb. 1990, 129), de artikelen 19, derde lid, en 37b, vierde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1990, 130), artikel 41a, eerste lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1990, 127), de artikelen 5b, derde lid, en 16b, eerste lid, van de Wet Werkloosheidsvoorziening (Stb. 1964, 485), artikel 1, vijfde lid, van de Algemene Bijstandswet (Stb. 1973, 395), artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Stb. 1987, 92), artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Stb. 1987, 281), artikel 6, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen (Stb. 1972, 313), artikel 85, derde lid, van de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93), artikel 61, eerste lid, van de Ziektewet (Stb. 1987, 88), artikel 19a, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 621), artikel 36, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. 1986, 575), artikel 32, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeeliedenoorlogsslachtoffers (Stb. 1986, 576), artikel 43, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Stb. 1986, 360) en artikel 26, eerste lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 622) wordt het deel van de premie op grond van de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93) dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds, vastgesteld op een gemiddeld percentage van 0,40 voor het deel dat door de werknemer is verschuldigd en de premie op grond van de Ziektewet (Stb. 1987, 88) vastgesteld op een gemiddeld percentage van 1,15 voor het deel dat door de werknemer is verschuldigd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Voor de toepassing van artikel 85, derde lid, van de Werkloosheidswet wordt de in dat lid bedoelde vervangende premie vastgesteld op 0,80%.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Voor de toepassing van artikel 61, eerste lid, van de Ziektewet wordt de premie op grond van de Ziektewet vastgesteld op op een gemiddeld percentage van 1,15 voor het deel dat door de werknemer is verschuldigd en op een gemiddeld percentage van 6,65 voor het deel dat door de werkgever is verschuldigd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Deze regeling, die met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst, treedt in werking met ingang van 1 januari 1993.

's-Gravenhage, 24 december 1992

De

Staatssecretaris

voornoemd,

E. ter Veld.

De

Minister

van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

H. d' Ancona