Samenwerkingsverordening 1993

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 19-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2011 en zichtdatum 01-07-2011.
Geldend van 01-09-2008 t/m 31-12-2014

Samenwerkingsverordening 1993

Het College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten,

Overwegende, dat het gewenst is regels te stellen voor samenwerking van advocaten onderling en met beoefenaren van andere vrije beroepen;

Gelet op artikel 28 van de Advocatenwet;

Gelet op het ontwerp van de Algemene Raad niet bijbehorende toelichting;

Gelet op de adviezen van de Raden van Toezicht;

Stelt de navolgende verordening vast:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a. Advocaat: de in Nederland ingeschreven advocaat, alsmede de advocaat bedoeld in artikel 16h van de Advocatenwet, voor zover de artikelen van deze verordening niet anders bepalen.

  • b. samenwerkingsverband: iedere samenwerking waarin de deelnemers voor gezamenlijke rekening en risico praktijk uitoefenen of te dien aanzien de zeggenschap danwel de eindverantwoordelijkheid met elkaar delen,

  • c. naar buiten optreden: het op enigerlei wijze doen van mondelinge of schriftelijke mededelingen aan derden.

  • d. Raad van Toezicht: de Raad van Toezicht in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het is de advocaat niet toegestaan verplichtingen aan te gaan of te laten voortbestaan waardoor de vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep, met inbegrip van de behartiging van het partijbclang en de daarmee samenhangende vertrouwensrelatie tussen de advocaat en zijn cliënt, in gevaar kunnen worden gebracht.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is ook van toepassing, indien de advocaat niet in een samenwerkingsverband met beroepsgenoten of derden samenwerkt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het is de advocaat slechts toegestaan een samenwerkingsverband aan te gaan of te laten voortbestaan indien de praktijk van ieder der deelnemers aan het samenwerkingsverband in hoofdzaak is gericht op de uitoefening van de rechtspraktijk.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het is de advocaat slechts toegestaan een samenwerkingsverband aan te gaan of te laten voortbestaan:

  • a. met andere in Nederland ingeschreven advocaten;

  • b. met andere niet in Nederland ingeschreven advocaten, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 5;

  • c. met leden van een andere beroepsgroep, die daartoe door de Algemene Raad is erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een samenwerkingsverband met een niet in Nederland ingeschreven advocaat is slechts toegestaan, indien de advocaat in zijn land van herkomst lid is van een organisatie van advocaten, die door de Algemene Raad daartoe is erkend.

  • 2 Alvorens te besluiten tot erkenning als bedoeld in het eerste lid, toetst de Algemene Raad of en in welke mate de leden van de betreffende organisatie van advocaten:

    • a. hun beroep in vrijheid en onafhankelijkheid kunnen uitoefenen; en

    • b. onderworpen zijn aan tuchtrecht, vergelijkbaar met het tuchtrecht voor de advocaat.

Voorts slaat de Algemene Raad hierbij mede acht op het gegeven of de betreffende organisatie van advocaten in eigen land een samenwerkingsverband toestaat van haar leden met Nederlandse advocaten.

  • 3 Betreft het samenwerkingsverband een niet in Nederland ingeschreven advocaat die zich duurzaam in Nederland heeft gevestigd, dan is vereist dat deze bij de deken van de Orde in het arrondissement waar hij zich heeft gevestigd een schriftelijke verklaring heeft gedeponeerd dat hij zich zal gedragen overeenkomstig de verordeningen en gedragsregels die gelden voor advocaten en dat hij zich onderwerpt aan het toezicht vanwege de Orde.

  • 4 Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing, indien een advocaat of een samenwerkingsverband een niet in Nederland ingeschreven advocaat in dienst neemt of anderszins daarmee een duurzame relatie aangaat.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De erkenning bedoeld in artikel 4 sub c kan geschieden indien:

    • a. de leden van die andere beroepsgroep een vrij beroep uitoefenen; en

    • b. voor de uitoefening van dat beroep een academische of daarmee gelijk te stellen opleiding is vereist; en

    • c. de leden van die andere beroepsgroep zijn onderworpen aan tuchtrecht, vergelijkbaar met het tuchtrecht voor de advocaat: en

    • d. het aangaan van een samenwerkingsverband met leden van die andere beroepsgroep niet strijdt met het bepaalde in de artikelen 2 en 3.

  • 2 De erkenning kan ook plaatsvinden ten aanzien van een bepaald deel van een beroepsgroep. De in het eerste lid sub a - d genoemde voorwaarden zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing, onverminderd de bevoegdheid van de Algemene Raad om aanvullende voorwaarden te stellen.

  • 3 De Algemene Raad raadpleegt het College van Afgevaardigden, voordat hij een besluit neemt als bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De advocaat vermijdt in zijn optreden naar buiten dat een onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken wordt gegeven ten aanzien van enige vorm van samenwerking waarbij hij is betrokken, een samenwerkingsverband daaronder begrepen.

  • 2 Het is de advocaat die geen samenwerkingsverband onderhoudt verboden de praktijk te voeren onder een gemeenschappelijke naam of een zodanige benaming dat daardoor een samenwerkingsverband wordt gesuggereerd. In geval de gemeenschappelijke naam voorheen werd gevoerd door een inmiddels niet meer bestaand samenwerkingsverband kan de Raad van Toezicht van dit verbod ontheffing verlenen onder door deze te stellen voorwaarden, ter voorkoming van misleiding van het publiek.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een samenwerkingsverband is verplicht in zijn optreden naar buiten een gemeenschappelijke naam te voeren.

  • 2 Een gemeenschappelijke naam mag niet misleidend zijn. Zo mag een gemeenschappelijke naam:

    • a. niet de naam of namen vermelden van een of meer natuurlijke personen, tenzij zij aan het samenwerkingsverband deelnemen of bij de totstandkoming daarvan hieraan deelnamen. Tot dit laatste wordt mede gerekend het gebruik van namen van natuurlijke personen waaronder reeds bestaande samenwerkingsverbanden naar buiten optreden voordat zij in een nieuw samenwerkingsverband opgingen;

    • b. niet naast een aanduiding van het karakter van het samenwerkingsverband uitsluitend de plaats van vestiging van het samenwerkingsverband vermelden, tenzij de naam in zijn geheel voldoende onderscheidende betekenis heeft. Onder plaats van vestiging is in dit verband mede te verstaan de straat, de wijk of een ander gedeelte van de plaats waar het kantoor van het samenwerkingsverband is gevestigd;

    • c. niet anderszins, zulks ter beoordeling van de Raad van Toezicht, in strijd zijn met de bepalingen van deze verordening.

  • 3 De advocaat die deelneemt aan een samenwerkingsverband is verplicht desgevraagd een lijst beschikbaar te stellen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband, hun beroep en hun plaats van vestiging.

  • 4 Uit elk schriftelijk stuk dat vanwege een samenwerkingsverband wordt verzonden dienen te blijken de naam. de hoedanigheid en de plaats van vestiging van degene die dit heeft ondertekend.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De advocaat die is betrokken bij enige vorm van samenwerking, een samenwerkingsverband daaronder begrepen, is verplicht desgevraagd de terzake door de Raad van Toezicht gewenste inlichtingen te verstrekken.

  • 2 De advocaat verleent geen medewerking aan de totstandkoming of wijziging van een samenwerkingsverband voordat de Raad van Toezicht heeft beslist over de vraag of de voorwaarden waaronder het samenwerkingsverband wordt aangegaan of gewijzigd, de wijze van naar buiten optreden daaronder begrepen, voldoen aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 3 Het in het tweede lid bepaalde is niet van toepassing op het toetreden van nieuwe deelnemers aan een bestaand samenwerkingsverband, waarover de in het voorgaande lid bedoelde beslissing reeds werd gegeven.

  • 4 Wanneer een samenwerkingsverband is gevestigd in meer dan één arrondissement, kan de Raad van Toezicht aan wie een beslissing is gevraagd overleg plegen met de andere betrokken Raad danwel Raden van Toezicht. Voorts kunnen de betrokken Raden van Toezicht besluiten dat een hunner de beslissing zal nemen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Van een beslissing ingevolge deze Verordening door de Raad van Toezicht gegeven staat de betrokken advocaat of advocaten beroep open bij de Algemene Raad.

  • 2 De Secretaris van de Raad van Toezicht zendt onverwijld een afschrift van elke beslissing als bedoeld in het vorige lid aan de betrokken advocaat of advocaten en aan de secretaris van de Algemene Raad.

  • 3 Het beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van verzending van het in het tweede lid bedoelde afschrift, bij een met redenen omklede memorie, in tweevoud in te dienen bij de Secretaris van de Algemene Raad, ieder exemplaar vergezeld van een afschrift van de beslissing waartegen beroep open staat. De Secretaris van de Algemene Raad geeft onverwijld kennis aan de betrokken Raad van Toezicht.

  • 4 De Algemene Raad kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van het in het tweede lid bedoelde afschrift aan de betrokken advocaat of de betrokken advocaten en aan de Raad van Toezicht mededelen, dat naar zijn aanvankelijk oordeel die beslissing niet in stand kan blijven.

  • 5 In de gevallen bedoeld in lid 3 en 4 roept de Algemene Raad de betrokken advocaat of advocaten zo spoedig mogelijk op teneinde hen in de gelegenheid te stellen in een vergadering van de Algemene Raad hun standpunt nader toe te lichten. De Raad van Toezicht, die de beslissing in eerste aanleg heeft gegeven, is bevoegd, en op verzoek van de Algemene Raad verplicht, al dan niet ter vergadering van de Algemene Raad, nadere inlichtingen te verschaffen.

  • 6 De beslissing van de Algemene Raad is met redenen omkleed.

  • 7 De Secretaris van de Algemene Raad zendt van de beslissing onverwijld afschrift aan degene of degenen, die het beroep heeft of hebben ingesteld, en aan de Raad van Toezicht, die de beslissing in eerste aanleg heeft gegeven.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Samenwerkingsverordening 1993’.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 1993.

  • 3 Het bepaalde in de artikelen 3, 5 en 6 heeft geen betrekking op samenwerkingsverbanden die zijn toegestaan op het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt.