Besluit van 26 februari 1993, houdende vaststelling van een regeling van de vergoeding
van onkosten voor rechterlijke ambtenaren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 17 december 1992, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 270230/92/6;
Gelet op artikel 7, derde lid, van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren
en artikel 125, eerste lid, onderdeel j, van de Ambtenarenwet 1929;
De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 1993, nr. W03.92 0640);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 16 februari 1993, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 307641/93/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: