Regeling in en doorvoer van pluimveeproducten 1993

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-10-1995 en zichtdatum 26-10-2024.
Geldend van 10-12-2004 t/m 31-12-2005

Regeling in en doorvoer van pluimveeproducten 1993

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbheer en Visserij,

In overleg met de staatssecretaris van Financiën;

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395) alsmede op Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 373);

Gelet op Beschikking 92/571/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 1992 tot vaststelling van nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 367), op Beschikking nr. 93/13/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1992, tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEG 1993, L 9), alsmede op Beschikking nr. 93/14/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 december 1992 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de veterinaire controles van producten uit derde landen in vrije entrepots, vrije zones en douane-entrepots, alsmede tijdens het vervoer van een derde land naar een ander derde land via de Gemeenschap (PbEG 1993, L 9);

Gelet op de artikelen 2 en 3, eerste lid, van de Vogelziektenwet;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

richtlijn 77/99/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG 1977, L 26 en PbEG 1992, 57);

richtlijn 88/657/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1988 tot vaststelling van de eisen voor de productie van en het handelsverkeer in gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen en tot wijziging van de richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG en 72/462/EEG (PbEG L 382);

richtlijn 89/662/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

richtlijn 97/78/EG:

richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnen gebracht (PbEG 1998, L 24);

verordening 136/2004/EG:

verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21);

inspectiepost:

op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost aan de grens die voldoet aan de bij of krachtens artikel 6 van richtlijn 97/78/EG gestelde voorschriften en uit dien hoofde overeenkomstig dat artikel is aangewezen en erkend voor de controle van bepaalde soorten producten;.

Minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

officiële dierenarts:

de door de bevoegde autoriteit van het betrokken land aangewezen dierenarts;

lid-staat:

lid-staat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;

derde land:

land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat;

erkende inspectiepost:

op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost die is aangewezen en erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van richtlijn 90/675/EEG;

douane-entrepot:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de douane-entrepots (PbEG L 225);

vrij entrepot:

opslagruimte als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder b, van verordening (EEG) nr. 2504/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de vrije zones en de vrije entrepots (PbEG L 225);

ruimte voor tijdelijke opslag:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 4151/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 367);

partij:

hoeveelheid pluimveeproducten van dezelfde aard waarvoor, voor zover van toepassing, eenzelfde certificaat of document geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde land of gedeelte van een land;

handelaar:

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een partij pluimveeproducten afkomstig uit een lid-staat;

belanghebbende bij de lading:

belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;.

pluimvee:

kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden en ganzen, alsmede vogels als bedoeld in artikel 2, derde lid, van richtlijn nr. 91/495/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268).

pluimveeproducten:

vleesproducten of andere producten van dierlijke oorsprong, afkomstig van pluimvee.

vers vlees van pluimvee:

alle delen van pluimvee, met inbegrip van vacuüm of in ‘controlled atmosphere’ verpakt vlees, die naar hun aard geschikt zijn voor menselijke consumptie en die geen behandeling ter bevordering van de houdbaarheid dan wel slechts een koelbehandeling hebben ondergaan;

vleesproducten:

producten als bedoeld in artikel 2, onder deel a, aanhef, van richtlijn 77/99/EEG, niet zijnde vlees onderscheidenlijk producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, sub i en ii, van die richtlijn;

andere producten van dierlijke oorsprong:

producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van richtlijn 77/99/EEG;

richtlijn 92/118/EEG:

Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62);

beschikking 91/449/EEG:

Beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1991 tot vaststelling van het model van de gezondheidsertificaten voor uit derde landen ingevoerde vleesproducten (PbEG L 240);

beschikking 94/85/EG:

Beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 februari 1994 tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de Lid-Staten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan (PbEG L 44);

beschikking 95/357/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995 tot vaststelling van de lijst van inspectieposten aan de grens die zijn erkend voor de veterinaire controles van producten en dieren uit derde landen, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de door de veterinaire deskundigen van de Commissie te verrichten controles en tot intrekking van Beschikking 94/24/EG (PbEG L 211);

beschikking 96/105/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 1996 inzake nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 24);.

beschikking 97/41/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1996 tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften en het gezondheidscertificaat voor de invoer uit derde landen van vleesproducten die zijn verkregen met vlees van pluimvee, vlees van gekweekt wild vlees van vrij wild en konijnenvlees (PbEG L 17);

beschikking 2003/812/EG:

beschikking (EG) nr. 2003/812 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 november 2003 tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (PbEU L 305);

beschikking 2004/280/EG:

Beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87).

Paragraaf 2. Verbodsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling is niet van toepassing op vleesproducten als bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 745/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de invoer van producten van dierlijke oorsprong voor persoonlijke consumptie (PbEU L 122), voor zover door reizigers in de Europese Gemeenschap binnengebracht of aan particulieren in de Europese Gemeenschap toegezonden.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De in- en doorvoer van pluimveeproducten is verboden.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op de in het eerste lid bedoelde producten, die als proviand voor personeel en passagiers wordt onderscheidenlijk worden meegenomen in grensoverschrijdende vervoermiddelen, tijdens beroepsmatig vervoer.

Paragraaf 3. In- en doorvoer van pluimveeproducten

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing op de in- en doorvoer van:

    • a. vleesproducten van pluimvee afkomstig uit een lid-staat of Noorwegen, die voldoen aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 77/99/EEG en ten bewijze daarvan vergezeld gaan van een handelsdocument, bedoeld in artikel 3, onderdeel A, onder 9, van richtlijn 77/99/EEG, mits wordt voldaan aan de artikelen 4 tot en met 7;

    • b. vleesproducten van pluimvee afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land niet zijnde Noorwegen, mits wordt voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 8 tot en met 14, die:

      • afkomstig zijn uit een derde land of gedeelde van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, staat vermeld op de lijst, opgenomen in de bijlagen I en II van beschikking 97/222/EEG;

      • vergezeld gaan een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in de bijlage bij beschikking 97/221/EG, en voldoet aan de voorwaarden en eisen die in voornoemde beschikking en in vorenbedoeld certificaat zijn opgenomen;

      • voorts vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in de bijlage bij beschikking 97/41/EG, en voldoet aan de voorwaarden en eisen die in voornoemde beschikking en in vorenbedoeld certificaat zijn opgenomen;

      • afkomstig zijn uit een inrichting die, zodra deze is vastgesteld en in werking getreden, voorkomt op de voor de betrokken vleesproducten uit het betrokken land van herkomst geldende voorlopige lijst van inrichtingen als bedoeld in beschikking 95/408/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1995 tot vaststelling van voorschriften voor het opstellen voor een overgangsperiode van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lid-staten bepaalde producten van dierlijke oorsprong, visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren mogen invoeren (PbEG L 243), die alsdan ter inzage ligt in de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in Den Haag, met dien verstande dat indien bij de vaststelling van voornoemde lijst is voorzien in overgangsbepalingen de vleesproducten met inachtneming van die bepalingen afkomstig mogen zijn uit een inrichting die voldoet aan de voorschriften van hoofdstuk 1 van bijlage II van richtlijn 92/118/EEG, en

      • niet afkomstig zijn van pluimvee waaraan stoffen of producten zijn toegediend die ingevolge artikel 3, onderdeel a, van richtlijn 96/22/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1996 betreffende het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ß-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PbEG L 125), niet aan pluimvee mogen worden toegediend, tenzij aan de voorwaarden ingevolge artikel 11 van genoemde richtlijn is voldaan.

  • 2 Het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing op:

    • a. de in- en doorvoer van andere producten van dierlijke oorsprong, afkomstig van pluimvee alsmede van oorsprong en herkomst uit een lid-staat of Noorwegen, die voldoen aan het bepaalde in artikel 6 van richtlijn 77/99/EEG en ten bewijze daarvan vergezeld gaan van het handelsdocument, bedoeld in artikel 6, eerste lid, vierde gedachtenstreepje van die richtlijn, mits wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 4 tot en met 7;

    • b. de in- en doorvoer van andere producten van dierlijke oorsprong, afkomstig van pluimvee, alsmede van oorsprong en herkomst uit een derde land of gedeelte van een derde land als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1, die voldoen aan, voor zover van toepassing, artikel 6 van richtlijn 77/99/EEG en ten bewijze daarvan vergezeld gaan van een certificaat dat is opgesteld in de Nederlandse, Franse, Engelse of Duitse taal, dat uit één vel bestaat en dat is ingericht overeenkomstig een door de Minister vastgesteld model, mits wordt voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 8 tot en met 14.

  • 3 Zolang de voorschriften voor het vanuit derde landen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap brengen van pluimveeproducten niet of slechts gedeeltelijk ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap zijn vastgesteld, is, indien deze producten zijn bestemd voor een lid-staat, tevens voldaan aan de voorschriften die door de lid-staat van bestemming ter zake van de invoer van die producten worden gesteld.

  • 4 In afwijking van hetgeen in dit artikel is bepaald ten aanzien van de voor de vleesproducten of andere producten van dierlijke oorsprong uit derde landen voorgeschreven gezondheidscertificaten, mag een partij afkomstig uit Nieuw- Zeeland eveneens vergezeld gaan van een op de partij betrekking hebbend(e):

    • a. dier- en volksgezondheidscertificaat zoals dat op 31 december 1996 voor het betrokken product was voorgeschreven, of

    • b. met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst van 17 december 1996 tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (PbEG 1997, L 57), een gezondheidscertificaat zoals dat ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap ter uitvoering van die Overeenkomst is vastgesteld en dat een verklaring als bedoeld in bijlage VII van die Overeenkomst bevat, met dien verstande dat zolang de voorschriften voor vleesproducten van pluimvee niet, dan wel enkel op het gebied van de volks- of diergezondheid als gelijkwaardig zijn erkend, een dier- en, onderscheidenlijk of, volksgezondheidscertificaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, is bijgevoegd.

  • 5 In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, en het tweede lid, aanhef en onderdeel a, is het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, tot en met 30 april 2005 evenmin van toepassing op de in- en doorvoer van vleesproducten van pluimvee, onderscheidenlijk andere producten van dierlijke oorsprong, afkomstig van pluimvee, die:

    • a. afkomstig zijn uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije;

    • b. vóór 1 mei 2004 zijn verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, en

    • c. voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG,

    mits het certificaat of document dat de producten vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’

Paragraaf 4. De controle bij de in- en doorvoer van pluimveeproducten, afkomstig uit lid-staten

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De partij pluimveeproducten, afkomstig uit lid-staten, voldoet, tot en met de ontvangst door de handelaar, aan de voorwaarden, gesteld in artikel 3, voor zover deze betrekking hebben op de invoer van de betrokken pluimveeproducten uit lid-staten.

  • 2 De handelaar is ingeschreven in een register dat wordt bijgehouden door de Minister aangewezen dienst, terwijl die registratie niet is getroffen door een beslissing als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 3 Krachtens de regelgeving van de Europese Gemeenschappen zijn geen maatregelen genomen, houdende instelling van een verbod om de betreffende partij producten uit de betrokken lid-staat in te voeren of houdende de machtiging tot instelling van een verbod om de betreffende partij pluimveeproducten in Nederland in te voeren, noch is de lid-staat van verzending ingevolge die regelgeving gehouden de afgifte van de certificaten of vervoersdocumenten, zulks in verband met de invoer in Nederland, op te schorten.

  • 4 Ingevolge de regelgeving van de lid-staat van verzending is er geen verbod om de betrokken partij pluimveeproducten op het grondgebied van die lid-staat in de handel te brengen.

  • 5 Ten aanzien van de betrokken partij pluimveeproducten is, in voorkomend geval, voldaan aan de ingevolge artikel 9 van richtlijn 89/662/EEG vastgestelde regelgeving van de Europese Gemeenschap of van de lid-staat van verzending zelf, in geval van een uitbraak van een epidemische dierziekte in de lid-staat van verzending.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De handelaar die overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, tweede lid, is geregistreerd:

    • a. geeft van elke aanvoer van een partij pluimveeproducten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, tussen 08.00 uur en 17.00 uur en ten laatste op de dag, niet zijnde een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, voorafgaande aan de dag van aankomst op de plaats waar de handelaar de partij producten ontvangt, kennis aan de VWA, onder opgave van de plaats van ontvangst, het vermoedelijke tijdstip van aankomst alsmede van de hoeveelheid en de soort pluimveeproducten;

    • b. volgt de instructies van de officiële dierenarts in verband met een veterinairrechtelijke controle op en biedt desgevraagd de aangevoerde partij pluimveeproducten aan de officiële dierenarts ten onderzoek aan en overlegt desgevraagd de in artikel 3 bedoelde, voor de invoer van de betrokken producten uit lid-staten voorgeschreven, documenten en geeft alle medewerking en verstrekt alle inlichtingen die voor deze controle noodzakelijk worden geacht;

    • c. voert een administratie waarin ten minste de leveringen van pluimveeproducten en de eventuele verdere bestemming van de pluimveeproducten zijn vermeld en waarin alle op de partijen pluimveeproducten betrekking hebbende bescheiden, en met name de in onderdeel b bedoelde documenten, zijn opgenomen;

    • d. bewaart de vorenbedoelde administratie gedurende ten minste drie jaren;

    • e. gaat voorafgaand aan de ontvangst, onderscheidenlijk de verdere verdeling of verhandeling van elke partij pluimveeproducten, na of aan de voorwaarden, gesteld in artikel 3, voor zover deze betrekking hebben op de invoer van de betrokken pluimveeproducten uit lid-staten, is voldaan;

    • f. meldt onmiddellijk nalatigheden en onregelmatigheden met betrekking tot een levering van een partij pluimveeproducten aan de officiële dierenarts;

    • g. verleent aan de officiële dierenarts alle medewerking en verstrekt hem alle inlichtingen, die in verband met de controle op de naleving van het in dit artikel bepaalde noodzakelijk worden geacht.

  • 2 Indien een handelaar zijn in het eerste lid bedoelde verplichtingen niet nakomt, kan de Minister beslissen dat zijn in artikel 4, tweede lid, bedoelde registratie wordt doorgehaald dan wel niet wordt erkend. Doorhaling dan wel niet-erkenning geschiedt niet dan na voorafgaande schriftelijke waarschuwing en na het verstrijken van een daarbij te stellen termijn, waarbinnen aan de vorenbedoelde voorschriften moet worden voldaan.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Bij het vervoer op Nederlands grondgebied in het kader van doorvoer van een uit de lid-staten afkomstige partij pluimveeproducten, naar een lid-staat voldoet de partij pluimveeproducten aan de op de doorvoer van die producten afkomstig uit lid-staten betrekking hebbende voorwaarden, gesteld in artikel 3.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Indien bij de controle, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b en e, of bij de controle tijdens het vervoer van een partij pluimveeproducten in het kader van de invoer of de doorvoer van deze partij wordt vermoed of geconstateerd dat er verwekkers van ziekten, zoönosen of andere aandoeningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 89/662/EEG, aanwezig zijn of de producten afkomstig zijn uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied, kan de officiële dierenarts, indien hij de aanwezigheid van verwekkers van ziekten, zoönosen of andere aandoeningen vermoedt, besluiten dat de partij overeenkomstig zijn aanwijzingen in tijdelijke afzondering wordt geplaatst, dan wel worden de maatregelen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, eerste alinea, van voornoemde richtlijn uitgevoerd, al naar gelang de Minister daaromtrent heeft besloten.

  • 2 Indien bij de controle, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b en e, of bij de controle tijdens het vervoer van een partij pluimveeproducten in het kader van de invoer of de doorvoer van deze partij wordt vermoed of geconstateerd dat niet wordt voldaan aan de voorschriften van de onderhavige regeling dan wel aan de van toepassing zijnde communautaire voorschriften, kan de Minister, indien hij vermoedt dat niet wordt voldaan aan de vorenbedoelde voorschriften, besluiten dat de partij overeenkomstig zijn aanwijzingen in tijdelijke afzondering wordt geplaatst, dan wel worden de maatregelen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van richtlijn 89/662/EEG uitgevoerd, al naar gelang de Minister daaromtrent overeenkomstig de keuze van de afzender of diens gemachtigde heeft besloten.

  • 3 Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt ter kennis gebracht van de afzender of diens gemachtigde met vermelding van de redenen. Desgevraagd geschiedt die kennisgeving schriftelijk, met vermelding van datum en uur waarop het besluit is genomen.

  • 4 Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid laat onverlet het recht van de afzender van de pluimveeproducten om, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, tweede lid, vierde alinea, van richtlijn 89/662/EEG, binnen een maand na de kennisgeving, bedoeld in het derde lid, het advies van een veterinair deskundige in te winnen, met dien verstande evenwel, dat de Minister te allen tijde kan beslissen om de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onmiddellijk uit te voeren, indien zulks noodzakelijk is om redenen van gezondheidsbescherming.

  • 5 De kosten, die uit de in het eerste of het tweede lid bedoelde maatregelen voortvloeien komen voor rekening van de afzender van de partij pluimveeproducten of diens gemachtigde, onderscheidenlijk van de ontvanger van de partij pluimveeproducten of diens gemachtigde.

Paragraaf 5. De controle bij in- en doorvoer van pluimveeproducten uit derde landen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Noch krachtens artikel artikel 22, eerste lid, eerste gedachtenstreepje, van richtlijn 97/78/EG, noch krachtens andere regelgeving van de Europese Gemeenschappen zijn maatregelen genomen houdende instelling van een verbod om de betrokken pluimveeproducten in de Europese Gemeenschappen dan wel in Nederland in te voeren.

  • 2 Ten aanzien van de betrokken partij pluimveeproducten is, in voorkomend geval, voldaan aan de op grond van artikel 22, eerste lid, tweede en derde gedachtenstreepje, van richtlijn 97/78/EG dan wel op grond van andere regelgeving van de Europese Gemeenschap vastgestelde bijzondere voorschriften.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De partij pluimveeproducten, afkomstig uit een derde land, die rechtstreeks uit dat derde land in Nederland wordt in- of doorgevoerd, wordt aangevoerd via een inspectiepost.

  • 2 De melding van de aanvoer van een partij vindt plaats aan de VWA overeenkomstig artikel 2 van verordening 136/2004/EG.

  • 3 Bij de aankomst op de inspectiepost wordt de officiële dierenarts door de belanghebbende bij de lading, indien op grond van artikel 3 voor de in- en doorvoer van betrokken pluimveeproducten afkomstig uit derde landen een document is voorgeschreven, het betreffende document ter beschikking gesteld, met dien verstande dat:

    • a. indien de partij is bestemd voor een lid-staat tevens een door of namens de bevoegde autoriteit van die lid staat geautoriseerde verklaring ter beschikking wordt gesteld waarin de terzake van invoer in deze lid-staat gestelde veterinairrechtelijke eisen zijn opgenomen;

    • b. indien de partij is bestemd voor een derde land en indien opslag op het grondgebied van de Europese Gemeenschappen in een douane-entrepot of ruimte voor tijdelijke opslag is voorzien, uit dat document, dan wel, indien op grond van artikel 3 geen document is vereist, uit een apart document blijkt dat is voldaan aan de voorschriften voor invoer in Nederland onderscheidenlijk de betreffende lidstaat.

  • 4 De partij producten wordt door de belanghebbende bij de lading bij aankomst op de inspectiepost ter onderzoek aangeboden aan de officiële dierenarts.

  • 5 De in het derde lid bedoeld documenten zijn originelen waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken. Zij zijn, voorzover van toepassing, in overeenstemming met de regelgeving van de Europese Gemeenschap opgesteld en afgegeven, volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend.

  • 7 Voor de toepassing van de in het zesde lid bedoelde artikelen wordt voor ‘keuringsdierenarts’ gelezen: officiële dierenarts..

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Terzake van een partij pluimveeproducten die zich aan boord bevindt van een vliegtuig of schip dat bij vervoer tussen twee derde landen op Nederlands grondgebied landt of aanlegt, overlegt de vervoerder aan de officiële dierenarts desgevraagd het document, bedoeld in artikel 3.

  • 2 Indien de in het eerste lid bedoelde partij van het ene vliegtuig of schip in het andere wordt overgeladen, stelt de vervoerder de in dat lid bedoelde officiële dierenarts hiervan in kennis en overlegt hij hem desgevraagd het document, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoelde partij tijdelijk wordt uitgeladen en opgeslagen op de desbetreffende luchthaven of haven, in afwachting van verzending naar een vooraf bepaald derde land, overlegt de vervoerder aan de officiële dierenarts, het in het eerste lid bedoelde document en biedt hij de partij aan hem ten onderzoek aan.

  • 4 In de in dit artikel bedoelde gevallen gaat de desbetreffende partij bij verzending naar het derde land vergezeld van het originele document, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De partij pluimveeproducten, afkomstig uit een derde land, welke via het grondgebied van een lid-staat naar Nederland is verzonden, gaat vergezeld van een gewaarmerkt afschrift als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van richtlijn 97/78/EG en van een Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst als bedoeld in verordening 282/2004/EG.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Bij de in- of doorvoer van een partij pluimveeproducten die door een derde land zijn geweigerd en vanuit het grondgebied van de Europese Gemeenschap naar het betrokken derde land zijn verzonden, wordt voldaan aan:

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoelde partij producten naar het derde land is verzonden vanuit een lid-staat, heeft de Minister vooraf toestemming verleend voor het binnenbrengen van de producten en heeft de bevoegde autoriteit van de lid-staat die het in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 97/78/EG bedoelde certificaat heeft afgegeven met de terugname van de partij ingestemd..

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Indien wordt vermoed of geconstateerd dat in de partij verwekkers van ziekten, zoönosen of andere aandoeningen aanwezig zijn of dat de partij afkomstig is uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied, kan de Minister besluiten dat de partij overeenkomstig zijn aanwijzingen in tijdelijke afzondering wordt geplaatst, dan wel worden, zonder vergoeding van Staatswege en:

    • a. voor rekening van de verzender of diens gemachtigde, al naar gelang de Minister daaromtrent heeft besloten en met inachtneming van diens aanwijzingen, de partij vernietigd, of

    • b. voor rekening van de afnemer, al naar gelang de Minister daaromtrent heeft besloten en met inachtneming van diens aanwijzingen, voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor ze zijn bestemd.

  • 2 Indien aan de hand van de op grond van deze regeling uitgevoerde controles wordt vastgesteld dat een voor Nederland of een lidstaat bestemd product niet voldoet aan de op grond van deze regeling voor dat product gestelde voorschriften of dat een onregelmatigheid is begaan, besluit de Minister in overleg met de belanghebbende bij de lading:

    • a. dat het product in ieder geval binnen 60 dagen nadat is geconstateerd dat niet aan de onderhavige regeling wordt voldaan vanuit de grensinspectiepost met hetzelfde vervoermiddel wordt teruggezonden naar een derde land indien veterinairrechtelijke of gezondheidsredenen zich daar niet tegen verzetten;

    • b. indien terugzending als bedoeld in onderdeel a onmogelijk is of de in dat onderdeel bedoelde termijn is verstreken, dat de partij wordt vernietigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 97/78/EG;

    • c. dat de partij voor andere doeleinden dan de menselijke consumptie wordt gebruikt.

  • 3 Indien een partij in Nederland is gebracht zonder dat, voorzover van toepassing, die partij is onderworpen aan de in artikel 9 bedoelde controles, besluit de Minister dat de partij overeenkomstig het tweede lid, onderdeel b, wordt vernietigd of wordt teruggezonden naar een derde land indien veterinairrechtelijke of gezondheidsredenen zich daar niet tegen verzetten.

  • 4 In afwachting van de terugzending of de vernietiging van een partij als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid wordt de partij onder toezicht van de officiële dierenarts in tijdelijke afzondering geplaatst en opgeslagen.

  • 5 Alle kosten die in verband met de in dit artikel bedoelde maatregelen worden gemaakt, komen ten laste van de belanghebbende bij de lading.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 Pluimveeproducten als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdelen e en f, van richtlijn 97/78/EG worden aangevoerd via een inspectiepost.

  • 3 Tenzij met de Minister anders is overeengekomen, geeft de belanghebbende bij de lading van de aanvoer als bedoeld in het tweede lid ten minste 24 uur voor de aankomst schriftelijk kennis aan de VWA, onder opgave van het vermoedelijke tijdstip van aankomst, van de hoeveelheid, van de herkomst en van de soort producten.

Artikel 15a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 10 van verordening 136/2004/EG.

Paragraaf 6. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2, eerste lid.

  • 2 Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Een wijziging van een of meer onderdelen van de in artikel 1 genoemde richtlijnen treedt voor de toepassing van de artikelen uit deze regeling, waarin naar die onderdelen wordt verwezen, in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De Regeling in-, door- en vervoer van pluimvee en pluimveeprodukten 1987 wordt ingetrokken.

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Voor deze:

De secretaris-generaal,

T. H. J. Joustra

Bijlage I

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

behorend bij artikel 3 van de Regeling in-, door- en vervoer van pluimveeproducten 1993

Certificaat

(in- en doorvoer van verhitte vleesproducten van niet als huisdier gehouden pluimvee).

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het navolgende

artikel:

aard: ;

verpakking: (soort) ;

(aantal verpakkingseenheden)

brutogewicht: ;

gemerkt: ;

afkomstig van: (afzender);

bestemd voor: (afnemer);

plaats van bestemming: ;

verhit is geweest tot een temperatuur van ten minste 65°Celsius.

Gedaan te , de 19

De officiële dierenarts,

(Handtekening, naam- en dienststempel)