Stcrt. 2007, 247, datum inwerkingtreding 22-12-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Het gedeelte van de in de artikelen 2, 3 en 4 genoemde vergoeding dat uitgaat boven het bedrag per kilometer dat maximaal belastingvrij
mag worden vergoed, strekt mede tot vergoeding van kilometers die al dan niet op grond
van het Reisbesluit binnenland, het Reisbesluit buitenland, het Verplaatsingskostenbesluit
1989 en daarvan afgeleide regelingen nog aanvullend belastingvrij kunnen worden vergoed.
Stcrt. 2007, 247, datum inwerkingtreding 22-12-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.
1 Het gedeelte van de in de artikelen 2, 3 en 4 genoemde vergoeding dat uitgaat boven
het bedrag per kilometer dat maximaal belastingvrij mag worden vergoed, strekt mede
tot vergoeding van kilometers die al dan niet op grond van het Reisbesluit binnenland,
het Reisbesluit buitenland, het Verplaatsingskostenbesluit 1989 en daarvan afgeleide
regelingen als bedoeld in artikel XVIII van het Besluit van 26 september 2003, Stb.
394, nog aanvullend belastingvrij kunnen worden vergoed.
2 De periode waarop het bepaalde in het eerste lid van toepassing is kan naar keuze
van de ambtenaar worden vastgesteld op een kalendermaand, kalenderkwartaal, half kalenderjaar
of een heel kalenderjaar.
3 Bij tussentijdse beëindiging van de dienstbetrekking in de loop van een kalenderjaar
dient de na toepassing van het eerste lid eventueel verschuldigde loonheffing te worden
ingehouden uiterlijk in de kalendermaand volgende op de kalendermaand waarin de dienstbetrekking
eindigt.
4 Indien op grond van het tweede lid is gekozen voor een kalenderkwartaal, half kalenderjaar
of een heel kalenderjaar worden de vergoedingen genoemd in de artikelen 2, 3 en 4
geacht te zijn toegekend bij wijze van voorschot.
5 Na afloop van de gekozen periode worden de in het vierde lid bedoelde vergoedingen
definitief vastgesteld.
6 Voor de berekening van de loonheffing over de in de gekozen periode uitbetaalde vergoedingen
dient te worden uitgegaan van alle daadwerkelijk afgelegde dienstreiskilometers, vermeerderd
met de daadwerkelijk afgelegde woon-werkverkeerkilometers.
7 Het zesde lid is niet van toepassing indien doorgaans naar een vaste plaats van tewerkstelling
wordt gereisd waarvoor de vaste tegemoetkoming als bedoeld in artikelen 11, vierde
lid, 12 en 13 van de Verplaatsingskostenregeling 1989 bij wijze van voorschot wordt
toegekend en waarbij de totale afstand (heen en terug) tussen de woning en die plaats
van tewerkstelling niet meer dan 150 kilometer bedraagt. In dat geval kan voor de
berekening van de loonheffing over het bovenmatig deel van de in de gekozen periode
uitbetaalde vergoedingen worden uitgegaan van alle in die periode daadwerkelijk afgelegde
dienstreiskilometers, vermeerderd met de overeenkomstig artikel 13a, achtste lid,
van de Verplaatsingskostenregeling 1989 berekende woon-werkverkeerkilometers.