Stcrt. 2009, 10878, datum inwerkingtreding 22-07-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2008.
1 Het gedeelte van de in de artikelen 2, 3 en 4 genoemde vergoeding dat uitgaat boven het bedrag per kilometer dat maximaal belastingvrij
mag worden vergoed, strekt mede tot vergoeding van kilometers die al dan niet op grond
van het Reisbesluit binnenland, het Reisbesluit buitenland, het Verplaatsingskostenbesluit
1989 en daarvan afgeleide regelingen nog aanvullend belastingvrij kunnen worden vergoed.
2 De toepassing van het eerste lid geschiedt per kalenderjaar.
3 Bij tussentijdse beëindiging van de dienstbetrekking in de loop van een kalenderjaar
dient de na toepassing van het eerste lid eventueel verschuldigde loonheffing te worden
ingehouden uiterlijk in de kalendermaand volgende op de kalendermaand waarin de dienstbetrekking
eindigt.
4 Bij de toepassing van het eerste en tweede lid worden de vergoedingen, genoemd in
de artikelen 2, 3 en 4 toegekend als voorschot.
5 Na afloop van het desbetreffende kalenderjaar worden de in het vierde lid bedoelde
vergoedingen definitief vastgesteld.
6 Voor de berekening van de loonheffing over het bovenmatig deel van de in het desbetreffende
kalenderjaar uitbetaalde vergoedingen dient te worden uitgegaan van alle daadwerkelijk
afgelegde dienstreiskilometers, vermeerderd met de overeenkomstig de artikelen 12
en 13 van de Verplaatsingskostenregeling 1989 berekende woon-werkverkeerkilometers
waarvoor een tegemoetkoming is toegekend.