Besluit van 6 april 1993, houdende regels betreffende de procedures voor het plaatsen
van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 25 juni 1992, 92050280
WJA/W, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat, van
Binnenlandse Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op richtlijn 90/531/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 september 1990, betreffende de
procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en telecommunicatie ( PbEG L 297), alsmede op de artikelen 2 en 3 van de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen en op artikel 34, tweede lid, van de Comptabiliteitswet;
De Raad van State gehoord (advies van 26 oktober 1992, nr. W10.92 0276);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 1 april 1993,
nr. 93024459 WJA/W, uitgebracht in overeenstemming met Onze voornoemde Ministers;
Hebben goedgevonden en verstaan: