Besluit van 28 april 1993, tot vaststelling van de algemene maatregel van bestuur
bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet van 18 maart 1993, houdende regelen
inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en
omroeporganisaties en wijziging van de Auteurswet 1912 (Wet op de naburige rechten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 3 maart 1993, Stafafdeling
Wetgeving Privaatrecht, nr. 310990/93/6;
Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet van 18 maart 1993, houdende regelen inzake
de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties
en wijziging van de Auteurswet 1912 (Wet op de naburige rechten);
De Raad van State gehoord (advies van 15 april 1993, nr. W03.93.0130);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 20 april 1993, Stafafdeling
Wetgeving Privaatrecht, nr. 362980/93/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: