Besluit overheidsaanbestedingen

[Regeling vervallen per 01-12-2005.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002 en zichtdatum 07-11-2024.
Geldend van 01-12-1998 t/m 30-05-2002

Besluit van 4 juni 1993, houdende regels betreffende de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de levering van produkten, de uitvoering van werken en het verrichten van diensten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 4 september 1992, nr. 92069535 WJA/W, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op richtlijn 92/50/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992, betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (Pb L 209), alsmede op de artikelen 2 en 3 van de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen;

De Raad van State gehoord (advies van 23 februari 1993, nr. W10.92.0417.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 27 mei 1993, nr. 93024457 WJA/W, uitgebracht in overeenstemming met Onze voornoemde Ministers;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

  • b. richtlijn 92/50/EEG: richtlijn nr. 92/50/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (PbEG L 209), naar de tekst zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 97/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1997 (PbEG L 328);

  • c. richtlijn 93/37/EEG: richtlijn nr. 93/37/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PbEG L 199), naar de tekst zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 97/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1997 (PbEG L 328);

  • d. richtlijn 71/304/EEG: richtlijn 71/304/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1971, betreffende de opheffing van de beperkingen van het vrij verrichten van diensten op het gebied van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken en van de gunning van overheidsopdrachten door bemiddeling van agentschappen of filialen (PbEG L 185);

  • e. richtlijn 93/36/EEG: richtlijn nr. 93/36/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen (PbEG L 199), naar de tekst zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 97/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1997 (PbEG L 328);

  • f. richtlijn 89/665/EEG: richtlijn 89/665/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PbEG L 395), naar de tekst zoals deze is gewijzigd bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PbEG 1994 L 1);

  • g. een aanbestedende dienst: een dienst als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de richtlijnen, genoemd onder b, c en e;

  • h. de Commissie: de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • i. de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten: de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (Trb.1994, 235).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Aanbestedende diensten wenden zich zonder discriminatie en onder dezelfde voorwaarden als die welke zij voor gegadigden in Nederland stellen, tot aannemers, leveranciers en dienstverleners in andere lidstaten van de Europese Unie en in overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte die voldoen aan de vereisten, gesteld krachtens respectievelijk de richtlijnen 93/37/EEG, 93/36/EEG en 92/50/EEG.

  • 2 Aanbestedende diensten passen bij een procedure voor het plaatsen van een opdracht tegenover aannemers, leveranciers en dienstverleners in de lidstaten van de Europese Unie de voorwaarden, bedoeld in de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, toe, indien zij deze voorwaarden voor diezelfde procedure toepassen ten aanzien van aannemers, leveranciers en dienstverleners uit andere staten die partij bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten zijn en deze voorwaarden gunstiger voor hen zijn dan de voorwaarden, bedoeld in de richtlijnen 93/37/EEG, 93/36/EEG en 92/50/EEG.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

In de overeenkomsten die behoren bij opdrachten voor de uitvoering van werken, voor leveringen en voor het verrichten van diensten, worden geen technische specificaties opgenomen die produkten van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst dan wel bijzondere werkwijzen vermelden, waardoor bepaalde ondernemingen worden begunstigd of uitgeschakeld, tenzij dergelijke specificaties door het voorwerp van de opdracht worden gerechtvaardigd, in welk geval daaraan de vermelding «of daarmee overeenstemmend» wordt toegevoegd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Als instantie die bevoegd is tot het afgeven van een bewijsstuk waaruit blijkt dat een gegadigde of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op de gegadigde voor een overheidsopdracht niet verkeert in een van de omstandigheden, bedoeld in artikel 29, onder a en b, van richtlijn 92/50/EEG, artikel 20, eerste lid, onder a en b, van richtlijn 93/36/EEG en artikel 24, onder a en b, van richtlijn 93/37/EEG, geldt de griffier van de rechtbank die op grond van artikel 2 van de Faillissementswet bevoegd is tot het uitspreken van de faillietverklaring van de gegadigde.

  • 2 Als instantie die bevoegd is tot het afgeven van een verklaring waaruit blijkt dat een gegadigde voor een overheidsopdracht niet verkeert in de omstandigheid, bedoeld in artikel 29, onder e, van richtlijn 92/50/EEG, artikel 20, eerste lid, onder e, van richtlijn 93/36/EEG en artikel 24, onder e, van richtlijn 93/37/EEG, geldt, voor zover het betreft bijdragen ten behoeve van werknemersverzekeringen, het Landelijk instituut sociale verzekeringen en geldt, voor zover het betreft de bijdragen ten behoeve van de volksverzekeringen, de inspecteur die ingevolge artikel 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bevoegd is tot heffing van belastingen van de gegadigde.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Indien de Commissie toepassing geeft aan de procedures, bedoeld in artikel 3 van richtlijn 89/665/EEG, verlenen de betrokken aanbestedende diensten hun medewerking daaraan overeenkomstig artikel 3, derde tot en met vijfde lid, van deze richtlijn.

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Aanbestedende diensten kunnen elke andere vorm van inschrijving dan schriftelijk, rechtstreeks of via de post, toestaan, indien zij er voor zorgen dat:

  • a. elke inschrijving alle informatie bevat die voor de beoordeling ervan nodig is;

  • b. het vertrouwelijk karakter van de inschrijvingen, in afwachting van de beoordeling ervan, wordt gerespecteerd;

  • c. de inschrijvingen, indien zulks om redenen van juridisch bewijs noodzakelijk is, zo snel mogelijk schriftelijk of door toezending van een gewaarmerkt afschrift worden bevestigd en

  • d. het openen van de inhoud van de inschrijvingen plaatsvindt na het verstrijken van de termijn voor indiening.

Hoofdstuk 2. Overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Voor het plaatsen van opdrachten voor de uitvoering van werken als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van richtlijn 93/37/EEG, die voldoen aan het bepaalde in artikel 6, eerste tot en met vijfde lid, van de richtlijn en niet in de artikelen 4 en 5 van de richtlijn van toepassing zijn uitgesloten, passen de aanbestedende diensten de artikelen 6, zesde lid, 7, tweede tot en met vierde lid, 8, 9, 10, eerste tot en met vijfde lid, 11, eerste tot en met zevende lid, elfde en twaalfde lid, 12 tot en met 14, 18, eerste lid, 18, tweede lid, eerste volzin, 19 tot en met 21, 22, eerste tot en met derde lid, 23, tweede lid, 24 tot en met 28, 29, tweede tot en met vierde lid, en 30 van de richtlijn toe.

  • 2 Een aanbestedende dienst zorgt ervoor dat de in het eerste lid vermelde artikelen van richtlijn 93/37/EEG ook worden toegepast voor een opdracht voor de uitvoering van werken als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de richtlijn, die door een instantie, niet zijnde een aanbestedende dienst, wordt geplaatst, indien de aanbestedende dienst de opdracht voor meer dan 50 procent rechtstreeks subsidieert.

  • 3 Ten aanzien van de begunstigden, bedoeld in artikel 1 van richtlijn 71/304/EEG, worden overeenkomstig het in die richtlijn bepaalde geen beperkingen opgelegd of toegepast.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Voor het sluiten van concessie-overeenkomsten voor openbare werken als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van richtlijn 93/37/EEG, die voldoen aan het bepaalde in artikel 3, eerste lid, van de richtlijn passen de aanbestedende diensten de artikelen 3, tweede lid, 11, derde, zesde, zevende, elfde en twaalfde lid, en 15 van de richtlijn toe.

  • 2 Voor opdrachten voor de uitvoering van werken die voldoen aan het bepaalde in artikel 6 van de richtlijn en die worden geplaatst bij derden als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de richtlijn 93/37/EEG, passen concessiehouders van openbare werken die geen aanbestedende dienst zijn, de artikelen 11, vierde, zesde, zevende, elfde en twaalfde lid, en 16 van de richtlijn toe. Publikatie op grond van artikel 11, vierde lid, van de richtlijn, kan echter achterwege blijven wanneer de opdracht voor de uitvoering van werken voldoet aan artikel 7, derde lid, van de richtlijn.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De aanbestedende diensten verstrekken Onze Minister de gegevens die deze nodig heeft voor de in artikel 9 bedoelde informatieverstrekking aan de Commissie.

  • 2 De aanbestedende diensten verstrekken Onze Minister op diens verzoek de gegevens, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van richtlijn 93/37/EEG.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Onze Minister zendt ieder jaar uiterlijk op 31 oktober aan de Commissie het statistisch overzicht, bedoeld in artikel 34, eerste lid, van richtlijn 93/37/EEG.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De aanbestedende diensten verstrekken de Commissie op haar verzoek de informatie, bedoeld in de artikelen 7, derde lid, onder a, 8, derde lid, en 10, vierde lid, van richtlijn 93/37/EEG.

  • 2 De aanbestedende diensten verstrekken de Commissie de informatie, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, en 30, vierde lid, derde volzin, van richtlijn 93/37/EEG.

Hoofdstuk 3. Overheidsopdrachten voor de levering van produkten

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Voor het plaatsen van opdrachten voor leveringen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van richtlijn 93/36/EEG, die voldoen aan het bepaalde in artikel 5, eerste tot en met zesde lid, van de richtlijn en die niet in de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 van de richtlijn van toepassing zijn uitgesloten, passen de aanbestedende diensten de artikelen 5, zevende lid, 6, tweede tot en met vierde lid, 7, 8, eerste tot en met vijfde lid, 9, eerste tot en met vijfde lid en negende en tiende lid, 10 tot en met 13, 15, eerste en tweede lid, 15, derde lid, eerste volzin, 16 tot en met 18, 19, eerste tot en met derde lid, 20 tot en met 24, 25, tweede tot en met vierde lid, 26, 27 en 30 van de richtlijn toe.

  • 2 De toepassing van het eerste lid geschiedt met inachtneming van het in artikel 5, eerste lid, onder a, van richtlijn 93/36/EEG gemaakte onderscheid tussen aanbestedende diensten die niet en aanbestedende diensten die wel zijn genoemd in bijlage I van de richtlijn.

  • 3 Onverminderd het eerste en tweede lid houden de in bijlage I van richtlijn 93/36/EEG genoemde aanbestedende diensten zich bij het plaatsen van opdrachten voor leveringen aan de bepalingen van artikel 28 van de richtlijn.

  • 4 Bij het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van richtlijn 93/36/EEG tussen een aanbestedende dienst en een concessiehouder, niet zijnde een aanbestedende dienst, wordt bepaald dat het plaatsen van opdrachten voor leveringen ter uitvoering van die overeenkomst door de concessiehouder geschiedt op niet-discriminerende wijze.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De aanbestedende diensten verstrekken Onze Minister de gegevens die deze nodig heeft voor de in artikel 13 bedoelde informatieverstrekking aan de Commissie.

  • 2 De aanbestedende diensten verstrekken Onze Minister op diens verzoek de gegevens, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van richtlijn 93/36/EEG.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Onze Minister zendt ieder jaar uiterlijk op 31 oktober aan de Commissie het statistisch overzicht, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van richtlijn 93/36/EEG.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De aanbestedende diensten verstrekken de Commissie op haar verzoek de informatie, bedoeld in de artikelen 7, derde lid, en 8, vierde lid, van richtlijn 93/36/EEG.

  • 2 De aanbestedende diensten verstrekken de Commissie de informatie, bedoeld in de artikelen 6, derde lid, onder a, 7, tweede lid, en 27, derde volzin, van richtlijn 93/36/EEG.

Hoofdstuk 4. Overheidsopdrachten voor het verrichten van diensten

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Voor het plaatsen van opdrachten voor dienstverlening als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van richtlijn 92/50/EEG, die voldoen aan het bepaalde in artikel 7 van de richtlijn en niet in de artikelen 4 tot en met 6 van de richtlijn van toepassing zijn uitgesloten, passen de aanbestedende diensten de artikelen 2, 3, tweede lid, 7, tweede lid, 8 tot en met 12, 14, eerste tot en met vijfde lid, 15, eerste en tweede lid, 16, eerste tot en met derde lid en vijfde lid, 17, eerste, tweede, zesde en zevende lid, 18 tot en met 21, 23, eerste lid, 23, tweede lid, eerste volzin, 24 tot en met 26, 27, eerste tot en met derde lid, 28, tweede lid, 29 tot en met 34, 35, tweede tot en met vierde lid, en 36 tot en met 38 van de richtlijn toe.

  • 2 Voor het uitschrijven van prijsvragen voor ontwerpen als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van richtlijn 92/50/EEG, die voldoen aan het bepaalde in artikel 13, eerste en tweede lid, van de richtlijn, passen de aanbestedende diensten de artikelen 13, derde tot en met zesde lid, 15, derde lid, 16, eerste en tweede lid en 17 van de richtlijn toe.

  • 3 Een aanbestedende dienst zorgt ervoor dat de in het eerste lid vermelde artikelen van richtlijn 92/50/EEG ook worden toegepast voor een opdracht voor dienstverlening die door een instantie, niet zijnde een aanbestedende dienst, wordt geplaatst, indien de aanbestedende dienst de opdracht voor meer dan 50 procent rechtstreeks subsidieert en deze opdracht verband houdt met een opdracht voor de uitvoering van werken in de zin van artikel 2, tweede lid, van richtlijn 93/37/EEG.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De aanbestedende diensten verstrekken Onze Minister de gegevens die deze nodig heeft voor de in artikel 17 bedoelde informatieverstrekking aan de Commissie.

  • 2 De aanbestedende diensten verstrekken Onze Minister op diens verzoek de gegevens, bedoeld in artikel 14, vierde lid, van richtlijn 92/50/EEG.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Onze Minister zendt ieder jaar uiterlijk op 31 oktober aan de Commissie het statistisch overzicht, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van richtlijn 92/50/EEG.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De aanbestedende diensten verstrekken de Commissie op haar verzoek de informatie, bedoeld in de artikelen 11, derde lid, onder a, 12, derde lid, en 14, vierde lid, van richtlijn 92/50/EEG.

  • 2 De aanbestedende diensten verstrekken de Commissie de informatie, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, en 37, derde volzin, van richtlijn 92/50/EEG.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1993.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit overheidsaanbestedingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 juni 1993

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

J. E. Andriessen

Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin