Besluit overleg brandweerpersoneel

[Regeling vervallen per 01-10-2010.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006.
Geldend van 14-07-1993 t/m 30-09-2010

Besluit van 24 juni 1993, houdende regels betreffende de wijze waarop met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheidspersoneel overleg wordt gepleegd over het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, vast te stellen krachtens artikel 14, eerste lid, van de Brandweerwet 1985

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken a.i., directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer van 14 april 1993, nr. EB93/733;

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Brandweerwet 1985;

De Raad van State gehoord (advies van 28 mei 1993, nr. W04.93.0234);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer van 15 juni 1993, nr. EB93/1186;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Aan het overleg nemen deel de voorzitter en een vertegenwoordiger van iedere centrale van overheidspersoneel, genoemd in artikel 105, tweede lid, onderdelen a tot en met e, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

  • 2 Van de aanwijzing van een vertegenwoordiger doet de centrale mededeling aan de voorzitter.

  • 3 Schorsing onderscheidenlijk intrekking van de toelating tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, heeft van rechtswege ten gevolge schorsing onderscheidenlijk intrekking van de toelating tot het overleg.

  • 4 Het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kan een vertegenwoordiger aanwijzen die als adviseur aan het overleg deelneemt.

  • 5 De deelnemers aan het overleg kunnen zich voor de behandeling van een bepaald onderwerp door een of meer deskundigen laten bijstaan.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De voorzitter is een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken aan te wijzen ambtenaar.

  • 2 De voorzitter wijst een secretaris aan.

  • 3 De secretaris staat, onder leiding van de voorzitter, ter beschikking van de voorzitter en de vertegenwoordigers van de centrales.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Ter voorbereiding op in het overleg te nemen besluiten of ter uitwerking van in het overleg genomen besluiten kan de voorzitter in overleg met de centrales een werkgroep instellen, waarin ook personen van buiten het overleg zitting kunnen hebben.

  • 2 De voorzitter wijst de voorzitter van de werkgroep aan.

  • 3 De secretaris van het overleg is tevens secretaris van de werkgroep.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Onze Minister van Binnenlandse Zaken bevordert slechts de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Brandweerwet 1985, indien daarover overeenstemming bestaat tussen de voorzitter en de meerderheid van de centrales. Iedere centrale brengt één stem uit. Indien de stemmen van de centrales staken, beslist Onze Minister van Binnenlandse Zaken of de totstandkoming van de algemene maatregel van bestuur wordt bevorderd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

De Tijdelijke regeling georganiseerd overleg brandweerpersoneel wordt ingetrokken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit overleg brandweerpersoneel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 juni 1993

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales

Uitgegeven de dertiende juli 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin