Stb. 2006, 353, datum inwerkingtreding 02-08-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 05-09-2005.
1 In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a. Onze Minister: Onze Minister van Defensie;
-
b. bevoegde gezag: Onze Minister dan wel de bij ministeriële regeling aangewezen autoriteiten;
-
c. ambtenaar: degene die bij het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst
is aangesteld;
-
d. woonplaats: de gemeente of het bij name genoemde deel daarvan, waar de ambtenaar metterwoon
is gevestigd;
-
e. plaats van tewerkstelling: de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex,
terrein of vaartuig waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, dan
wel, indien de uitoefening van het ambt zich uitstrekt over een ambtsgebied, de door
het bevoegde gezag aangewezen plaats;
-
f. standplaats: de gemeente of het bij name genoemde deel van die gemeente, waar de plaats
van tewerkstelling van de ambtenaar is gelegen, dan wel, indien de plaats van tewerkstelling
een vaartuig is, de door het bevoegde gezag aangewezen plaats;
-
g. gezinsleden: de echtgenote van de ambtenaar en de kinderen, stief- en pleegkinderen
van hemzelf of van zijn echtgenote voor zover zij met hem samenwonen;
-
h. eigen huishouding voeren: het zelfstandig bewonen van woonruimte, voorzien van eigen
meubilair en stoffering, een en ander ter beoordeling van het bevoegde gezag;
-
i. berekeningsbasis: het twaalfvoud van de bezoldiging – in de zin van Inkomstenbesluit
burgerlijke ambtenaren defensie, dan wel hetgeen daarmede overeenkomt ingeval dat
het inkomstenbesluit niet op hem van toepassing is – die de ambtenaar geniet op het
berekeningstijdstip, vermeerderd met de aanspraak op de vakantieuitkering en in voorkomende
gevallen verhoogd met:
-
1°. een genoten wachtgeld of uitkering krachtens dan wel overeenkomstig het Werkloosheidsbesluit
defensiepersoneel, dan wel het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid
voor de sector Defensie;
-
2° een genoten uitkering krachtens dan wel overeenkomstig de Regeling uitkering functioneel
leeftijdsontslag defensie, de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden
of de Regeling flexibel pensioen en uittreden bedoeld in artikel 3, van de Centrale
vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel en artikel 1.5 van het Pensioenreglement
van de Stichting Pensioenfonds ABP;
-
3° een uitkering ingevolge de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector
Defensie;
en bij verhuizing naar of in een gebied buiten Nederland mede vermeerderd met het
twaalfvoud van de bij ministeriële regeling vast te stellen toelage ter zake van verblijf
van de ambtenaar buiten Nederland.
-
j. berekeningstijdstip:
-
1°. de datum waarop de ambtenaar verhuist;
-
2°. indien de ambtenaar verhuist voor de datum dat de functie feitelijk wordt vervuld,
de datum van ingang van de functievervulling;
-
3°. bij het overlijden of ontslag van de ambtenaar, de datum waarop laatstelijk bezoldiging
werd genoten;
-
k. verplaatsen en verplaatsing: veranderen onderscheidenlijk verandering van de standplaats
van de ambtenaar in opdracht van het bevoegde gezag;
-
l. voor het eerst in dienst treden: in dienst treden bij het Ministerie van Defensie
of een van zijn diensten, bedrijven of instellingen, anders dan in geval van overgang
binnen een maand:
-
m. dienstwoning: de door het bevoegde gezag aan de ambtenaar in verband met de uitoefening
van zijn functie aangewezen woning;
-
n. echtgenote: degene die met de ambtenaar naar Nederlands recht is gehuwd, alsmede degene
die met inachtneming van artikel 4 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
mede onder dit begrip wordt verstaan;
2 Voor de toepassing van dit besluit wordt met ambtenaar gelijkgesteld degene die door
het bevoegde gezag als zodanig wordt aangemerkt in verband met werkzaamheden die hij
in het belang van het Ministerie van Defensie of een van zijn diensten, bedrijven
of instellingen verricht of heeft verricht.
3 Voor de berekening van de bezoldiging is artikel 30 van het Inkomstenbesluit burgerlijke
ambtenaren defensie van toepassing.
4 Dit besluit is niet van toepassing op de ambtenaar, bedoeld in artikel 8a, eerste
lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie die als gevolg van een functiewisseling
in het kader van de mobiliteitsbevordering van standplaats verandert.
Stb. 2007, 229, datum inwerkingtreding 04-07-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2006.
1 In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a. Onze Minister: Onze Minister van Defensie;
-
b. bevoegde gezag: Onze Minister dan wel de bij ministeriële regeling aangewezen autoriteiten;
-
c. ambtenaar: degene die bij het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst
is aangesteld;
-
d. woonplaats: de gemeente of het bij name genoemde deel daarvan, waar de ambtenaar metterwoon
is gevestigd;
-
e. plaats van tewerkstelling: de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex,
terrein of vaartuig waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, dan
wel, indien de uitoefening van het ambt zich uitstrekt over een ambtsgebied, de door
het bevoegde gezag aangewezen plaats;
-
f. standplaats: de gemeente of het bij name genoemde deel van die gemeente, waar de plaats
van tewerkstelling van de ambtenaar is gelegen, dan wel, indien de plaats van tewerkstelling
een vaartuig is, de door het bevoegde gezag aangewezen plaats;
-
g. gezinsleden: de echtgenote van de ambtenaar en de kinderen, stief- en pleegkinderen
van hemzelf of van zijn echtgenote voor zover zij met hem samenwonen;
-
h. eigen huishouding voeren: het zelfstandig bewonen van woonruimte, voorzien van eigen
meubilair en stoffering, een en ander ter beoordeling van het bevoegde gezag;
-
i. berekeningsbasis: het twaalfvoud van de bezoldiging – in de zin van Inkomstenbesluit
burgerlijke ambtenaren defensie, dan wel hetgeen daarmede overeenkomt ingeval dat
het inkomstenbesluit niet op hem van toepassing is – die de ambtenaar geniet op het
berekeningstijdstip, vermeerderd met de aanspraak op de vakantieuitkering en in voorkomende
gevallen verhoogd met:
-
1°. een genoten wachtgeld of uitkering krachtens dan wel overeenkomstig het Werkloosheidsbesluit
defensiepersoneel, dan wel het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid
voor de sector Defensie;
-
2° een genoten uitkering krachtens dan wel overeenkomstig de Regeling uitkering functioneel
leeftijdsontslag defensie, de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden
of de Regeling flexibel pensioen en uittreden bedoeld in artikel 3, van de Centrale
vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel en artikel 1.5 van het Pensioenreglement
van de Stichting Pensioenfonds ABP;
-
3° een uitkering ingevolge de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector
Defensie;
en bij verhuizing naar of in een gebied buiten Nederland mede vermeerderd met het
twaalfvoud van de bij ministeriële regeling vast te stellen toelage ter zake van verblijf
van de ambtenaar buiten Nederland.
-
j. berekeningstijdstip:
-
1°. de datum waarop de ambtenaar verhuist;
-
2°. indien de ambtenaar verhuist voor de datum dat de functie feitelijk wordt vervuld,
de datum van ingang van de functievervulling;
-
3°. bij het overlijden of ontslag van de ambtenaar, de datum waarop laatstelijk bezoldiging
werd genoten;
-
k. verplaatsen en verplaatsing: veranderen onderscheidenlijk verandering van de standplaats
van de ambtenaar in opdracht van het bevoegde gezag;
-
l. voor het eerst in dienst treden: in dienst treden bij het Ministerie van Defensie
of een van zijn diensten, bedrijven of instellingen, anders dan in geval van overgang
binnen een maand:
-
m. dienstwoning: de door het bevoegde gezag aan de ambtenaar in verband met de uitoefening
van zijn functie aangewezen woning;
-
n. echtgenote: degene die met de ambtenaar naar Nederlands recht is gehuwd, alsmede degene
die met inachtneming van artikel 4 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
mede onder dit begrip wordt verstaan;
-
o. Europa: Europa inclusief Turkije.
2 Voor de toepassing van dit besluit wordt met ambtenaar gelijkgesteld degene die door
het bevoegde gezag als zodanig wordt aangemerkt in verband met werkzaamheden die hij
in het belang van het Ministerie van Defensie of een van zijn diensten, bedrijven
of instellingen verricht of heeft verricht.
3 Voor de berekening van de bezoldiging is artikel 30 van het Inkomstenbesluit burgerlijke
ambtenaren defensie van toepassing.
4 Dit besluit is niet van toepassing op de ambtenaar, bedoeld in artikel 8a, eerste
lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie die als gevolg van een functiewisseling
in het kader van de mobiliteitsbevordering van standplaats verandert.