Stb. 2007, 576, datum inwerkingtreding 29-12-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2007.
1 De tegemoetkoming in verhuiskosten, bedoeld in artikel 3, eerste, tweede en derde
lid, alsmede in de artikelen 4, 5 en 6 kan slechts bestaan uit:
-
a. een bedrag voor de kosten van transport van de bagage en van de inboedel van de ambtenaar
en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in-
en uitpakken van breekbare zaken;
-
b. een bedrag voor dubbele woonlasten;
-
c. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten.
Onze Minister stelt regels ten aanzien van de uitvoering van de onderdelen a en b van de vorige volzin, alsmede ten aanzien van de berekening van de daarin bedoelde
bedragen.
2 Indien de ambtenaar op de dag van de verhuizing een eigen huishouding voert, wordt
het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor zover bij of krachtens dit artikel niet anders is bepaald, gesteld op een tegemoetkoming
van 3% van de berekeningsbasis voor ieder woon- of slaapvertrek, tot een maximum van
4 van deze vertrekken, die de achtergelaten woning telt, met dien verstande dat het
bedrag een nader door Onze Minister vast te stellen bedrag niet mag overschrijden.
3 Indien het betreft een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten beiden ambtenaar
zijn in de zin van dit besluit en afzonderlijk de opdracht hebben om te verhuizen
of zijn verplaatst, wordt de tegemoetkoming berekend over de gezamenlijke berekeningsbasis.
4 Indien de ambtenaar geen eigen huishouding voert, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel c, verleend. Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze
kosten niettemin een tegemoetkoming worden verleend van 3% van de berekeningsbasis.
5 Indien aan de ambtenaar door het bevoegde gezag tevoren is medegedeeld dat de verplaatsing
van tijdelijke aard is, bestaat slechts aanspraak op de vergoeding van transportkosten
van de bagage. Voorts kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven
een tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden verleend van 3% van de berekeningsbasis.
6 De ambtenaar, bedoeld in artikel 3, die voor het eerst in dienst treedt, kan slechts
in aanmerking worden gebracht voor een tegemoetkoming in verhuiskosten gelijk aan
de helft van de tegemoetkoming, die op grond van dit artikel zou zijn toegekend.