Wet van 7 juli 1993, tot uitvoering van enkele conflictenrechtelijke bepalingen van
de richtlijn nr. 88/357/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juni
1988 (PbEG L 172)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is wettelijke bepalingen
te maken ter uitvoering van enkele conflictenrechtelijke bepalingen van de richtlijn nr. 88/357/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juni 1988 (PbEG L 172), zoals gewijzigd bij de richtlijn nr. 92/94/EEG van de Raad van 18 juni 1992 (PbEG L 228) en coördinatie van de conflictenrechtelijke bepalingen van het op 19 juni
1980 te Rome tot stand gekomen verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen
uit overeenkomst, Trb. 1980, nr. 156, met die van de gewijzigde richtlijn;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: