Wijzigingswet Wet op de onderwijsverzorging enz. (nascholing)

[Regeling materieel uitgewerkt per 04-07-2013.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-1998 en zichtdatum 01-08-1998.
Geldend van 01-08-1998 t/m 03-07-2013

Wet van 7 juli 1993, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met nascholing

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele onderwijswetten te wijzigen in verband met de bekostiging van nascholing ten behoeve van het primair en het voortgezet onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel XIV

In aanvulling op het bepaalde in de desbetreffende onderwijswetten zijn de bevoegde gezagsorganen van scholen als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs (Stb. 1986, 256), de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs (Stb. 1987, 614) en de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1986, 552) tot 1 augustus 1997 verplicht ten minste 4/5 deel van het jaarlijks uit ’s Rijks kas ontvangen bedrag ten behoeve van nascholing van het personeel te besteden bij openbare en uit ’s Rijks kas bekostigde bijzondere lerarenopleidingen. De bestedingsverplichting, bedoeld in de eerste volzin, is eveneens van toepassing op de bedragen ten behoeve van nascholing die tot en met 31 juli 1997 in een fonds zijn ondergebracht, en na die datum worden besteed. Het bepaalde in de vorige volzin is niet van toepassing op de bevoegde gezagsorganen van scholen voor middelbaar beroepsonderwijs en scholen voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel XV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1993 met uitzondering van:

  • a. de artikelen VI, VIII onderdeel A en X die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst,

  • b. artikel IX dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 januari 1993, en

  • c. artikel XI aanhef en onderdelen a en b dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 1993 en, indien de wet van 21 april 1993 (Stb. 253) voor 1 augustus 1993 in werking is getreden, terugwerkt tot en met het tijdstip van inwerkingtreding van genoemde wet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 7 juli 1993

Beatrix

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen,

M. J. Cohen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

P. Bukman

Uitgegeven de negenentwintigste juli 1993

De Minister van Justitie a.i.,

J. E. Andriessen