U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 10-12-2005.]Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-02-2016 en zichtdatum 30-09-2024. Geldend van 22-07-1994 t/m 09-12-2005
Regeling modelvliegtuigen
De Minister van Verkeer en Waterstaat, handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie,
Gelet op artikel 59, tweede lid, onderdeel a, van het Luchtverkeersreglement (Stb. 1992, 697);
Besluit:
[Regeling vervallen per 10-12-2005]
In deze regeling wordt verstaan onder:
een modelvliegtuig waarvan het totaal startgewicht meer dan 5 kg doch niet meer dan 20 kg bedraagt;
degene die het modelvliegtuig oplaat of heeft opgelaten, dan wel bestuurt.
1 Bij het gebruik van een modelvliegtuig dienen de in deze regeling gestelde voorschriften in acht te worden genomen.
2 Een modelvliegtuig mag slechts worden gebruikt gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids Nederland en wel op zodanige wijze dat geen hinder kan ontstaan voor mensen, dieren of zaken op de grond, of voor het luchtverkeer.
1 De constructie van het modelvliegtuig moet zodanig zijn dat de kans op een ongeval als gevolg van breken, defect of losraken van enig onderdeel tijdens de vlucht kan worden uitgesloten.
2 Het modelvliegtuig moet voorzien zijn van de naam en het adres van de eigenaar.
1 De besturingslijnen van een lijnbestuurd modelvliegtuig mogen niet langer zijn dan 25 meter.
2 Een lijnbestuurd modelvliegtuig mag niet vliegen binnen een afstand van 25 meter van aaneengesloten bebouwing of publiek.
1 Met een niet-lijnbestuurd modelvliegtuig met een massa groter dan 0,5 kilogram mag niet worden gevlogen:
a. binnen een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, tenzij toestemming van de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst is verkregen;
b. binnen een afstand van 5 kilometer van de grens van een luchtvaartterein waar geen plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst is gevestigd, tenzij de havenmeester daartegen geen bezwaar heeft;
c. binnen een afstand van 3 kilometer van de grens van een terrein, waarvoor krachtens artikel 14, tweede lid, van de Luchtvaartwet ontheffing is verleend van de in het eerste lid van dat artikel bedoelde verbodsbepalingen, tenzij degene aan wie ontheffing is verleend daartegen geen bezwaar heeft;
d. binnen burgerlaagvlieggebieden en van maandag 08.00 uur tot vrijdag 17.00 uur plaatselijke tijd binnen de militaire laagvlieggebieden alsmede binnen een afstand van 3,7 kilometer (2 NM) van militaire laag-vliegroutes, zoals deze zijn gepubliceerd in de luchtvaartgids Nederland.
2 Een niet-lijnbestuurd groot modelvliegtuig moet radiografisch worden bestuurd.
1 Een radiografisch bestuurd modelvliegtuig mag niet hoger vliegen dan 300 meter boven de grond of het water.
2 Een groot radiografisch bestuurd modelvliegtuig dat is voorzien van een verbrandingsmotor of een elektromotor mag niet hoger vliegen dan 100 meter boven de grond of het water.
3 Een radiografisch bestuurd modelvliegtuig mag slechts gebruikt worden indien:
a. rekening houdend met de windrichting een vliegsector is gekozen, waarbinnen vluchten veilig kunnen worden uitgevoerd;
b. het modelvliegtuig op een afstand van minimaal 50 meter van het publiek blijft.
4 Een radiografisch bestuurd modelvliegtuig moet tijdens de vlucht steeds binnen de gezichtskring van de bestuurder blijven en mag zich tijdens de vlucht niet verder van de bestuurder verwijderen dan de maximale afstand waarop hij nog het effectief kan besturen, doch in ieder geval niet verder dan 500 meter.
5 De bestuurder moet ervoor zorgen dat tijdens de vlucht het radiografisch bestuurde modelvliegtuig:
a. enig luchtvaartuig dan wel enig ander zich in het luchtruim bevindend toestel niet zo dicht nadert dat gevaar voor botsing kan ontstaan;
b. op een afstand van meer dan 50 meter blijft van gebieden met aaneengesloten bebouwing;
c. niet boven mensenverzamelingen komt.
Het besluit van de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 11 mei 1984/nr. LVB/L 22332/Rijksluchtvaartdienst/Stcrt. 1984, 103, wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1993.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling modelvliegtuigen.
Minister
J. R. H. Maij-Weggen
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling modelvliegtuigen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.