Besluit van 15 juli 1993, houdende regels met betrekking tot de registratie en het
in de handel brengen van immunologische farmaceutische producten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
3 maart 1993, GMV/G nr. 93247;
Gelet op
-
-.
Richtlijn 89/342/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 1989 tot uitbreiding van de
werkingssfeer van de Richtlijnen 65/65/EEG en 175/319/EEG en tot vaststelling van bijkomende bepalingen voor immunologische farmaceutische
producten bestaande uit vaccins, toxinen, serums of allergenen (PbEG L 142);
-
-.
Richtlijn 91/507/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 juli 1991 tot wijziging van
de bijlage van Richtlijn 75/318/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van
de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de analytische, toxicologisch-farmacologische
en klinische normen en voorschriften betreffende proeven op farmaceutische specialiteiten
(PbEG L 270);
-
-. artikel 1, punt 3, van Richtlijn 89/341/EEG van 3 mei 1989 tot wijziging van de Richtlijnen 65/65/EEG, 75/318/EEG en 75/319/EEG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake
farmaceutische specialiteiten (PbEG L 142);
-
-. de artikelen 1, derde lid, 3, zesde lid, 3a, 4, eerste lid, onder c en 26, onder f, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening;
-
-. artikel II, eerste lid, van de wet van 14 november 1991 (Stb. 670);
en
-
-.
artikel 6, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
Gezien het advies van de Geneesmiddelencommissie (d.d. 21 januari 1992, no. Geco 4630);
De Raad van State gehoord (advies van 26 mei 1993, No. W13.93.0137;
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 1 juli 1993, GMV/G nr. 932035;
Hebben goedgevonden en verstaan: