Besluit van 23 juli 1993, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Koffie en
cichorei
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
4 januari 1993 nr. DGVgz/VVP/L 923095, gedaan in overeenstemming met Onze Minister
van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie
inzake de harmonisatie der wetgevingen betreffende koffie en cichorei van 23 september
1991, M (91) 10, alsmede op de artikelen 1, vierde lid, 4, eerste lid, 6, onder d, 8, onder a, b en c, 12 en 14, van de Warenwet (Stb. 1988, 360);
Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet (advies van 16 juni 1992, nr. 14
541/(17) 5);
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1993, nr. W13.93 0004);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 7 juli 1993 nr. DGVgz/VVP/L 931235, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister
van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: