Regeling gelijkstelling buitenlandse bewijzen van bevoegdheid

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-10-2001.
Geldend van 15-03-2014 t/m heden

Regeling Gelijkstelling buitenlandse bewijzen van bevoegdheid

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1991 inzake de onderlinge erkenning van bewijzen van bevoegdheid voor burgerluchtvaartpersoneel (91/670/EEG);

Gelet op artikel 31, eerste lid, van de Regeling Toezicht Luchtvaart (Stb. 1959, 67);

Besluit:

Hoofdstuk I. Individuele gelijkstellingen

Artikel 2

  • 1 Onverminderd hetgeen bij verordening (EU) nr. 1178/2011 is bepaald kan aan de houder van een buitenlandse bewijs van bevoegdheid afgegeven overeenkomstig de eisen van Annex I bij het verdrag een bewijs van gelijkstelling worden afgegeven.

  • 2 Bevoegdverklaringen worden uitsluitend gelijkgesteld in samenhang met de gelijkstelling van een bewijs van bevoegdheid.

  • 3 Voor de gelijkstelling van een PPL(A) als ballonvaarder geldt dat de houder moet beschikken over een medisch certificaat klasse 2, minimaal 17 jaren moet zijn en over ten minste 100 vlieguren moet beschikken.

  • 4 Voor de gelijkstelling van een zweefvliegbewijs geldt dat de houder minimaal 17 jaren moet zijn en minimaal 100 starts heeft verricht.

Artikel 3. Bewijzen van bevoegdheid afgegeven in niet-E.G.-lidstaten

[Vervallen per 15-03-2014]

Hoofdstuk II. Individuele gelijkstellingen voor beroepsvluchten en verkeersvluchten

[Vervallen per 15-03-2014]

Artikel III. Hoofdstuk III Procedurele bepalingen inzake individuele gelijkstellingen

Artikel 10. De aanvraag

  • 1 De aanvraag van een bewijs van gelijkstelling moet zijn gesteld op een daartoe bestemd en deugdelijk ingevuld aanvraagformulier met daarbij gevoegd het origineel of een gewaarmerkte kopie van het gelijk te stellen bewijs van bevoegdheid, het logboek, de examenresultaten en een geldige medische verklaring als bedoeld in artikel 2.4 Wet Luchtvaart.

  • 2 Een aanvraag voor een bewijs van gelijkstelling moet worden ingediend bij de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag.

Artikel 12. Schorsing, intrekking en vernieuwing

Het bepaalde in de artikelen 27, 28 en 29 van de Regeling Toezicht Luchtvaart ten aanzien van schorsing, intrekking en vernieuwing van bewijzen van bevoegdheid is eveneens van toepassing op het bewijs van gelijkstelling.

Hoofdstuk IV. Groepsgelijkstellingen overeenkomstig artikel 4 van de basisverordening

Artikel 13. Buitenlandse bewijzen van bevoegdheid

  • 13.1 Indien in het Nederlands luchtvaartuigenregister ingeschreven luchtvaartuigen ter beschikking worden gesteld van een in het buitenland gevestigde onderneming welke vluchten gaat uitvoeren buiten Nederland kan, op grond van geldige buitenlandse bewijzen van bevoegdheid, voor stuurhutpersoneel dat één of meer bepaalde luchtvaartuigen zal bedienen, een groepsgelijkstelling worden afgegeven.

  • 13.2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot in het Nederlands luchtvaartuigregister ingeschreven luchtvaartuigen, waarmee geen passagiers of vracht worden vervoerd, die:

    • a. vanaf de in het buitenland gevestigde fabriek naar Nederland of vanuit Nederland naar de in het buitenland gevestigde fabriek worden overgebracht; of

    • b. vanaf de in Nederland gevestigde fabriek naar het buitenland of vanuit het buitenland naar de in Nederland gevestigde fabriek worden overgebracht.

Artikel 14. Buitenlandse bevoegdverklaring

De in de buitenlandse bewijzen van bevoegdheid gestelde bevoegdverklaringen komen eveneens in aanmerking voor groepsgelijkstelling met uitzondering van de bevoegdverklaring Vliegonderricht.

Artikel 15. Geldigheid

De groepsgelijkstelling wordt afgegeven voor de duur van de gebruiksovereenkomst van het in het Nederlands Luchtvaartuigregister ingeschreven luchtvaartuig met een maximum van 5 jaar en beperkt zich tot de in de overeenkomst afgesproken taken en werkzaamheden. De termijn van de groepsgelijkstelling kan worden verlengd.

Artikel 16. Schorsing, intrekking en vernieuwing

Het bepaalde in de Wet luchtvaart ten aanzien van schorsing, intrekking en vernieuwing van bewijzen van bevoegdheid is eveneens van toepassing op de groepsgelijkstelling.

Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21. Intrekking bestaande regeling

De regeling van 29 december 1987, nr. LI/26626, Stcrt. 1988, 7, wordt ingetrokken.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1993.

Artikel 23. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling gelijkstelling buitenlandse bewijzen van bevoegdheid.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat, a.i.

J. E. Andriessen