Regeling bedrijfscontrole dierziekten 1993

[Regeling vervallen per 26-06-2005.]
Geraadpleegd op 19-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-07-2004.
Geldend van 05-02-2003 t/m 31-10-2004

Regeling bedrijfscontrole dierziekten 1993

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 10a van de Veewet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. dierziekten:

de in de bijlage 1 genoemde ziekten.

b. Minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c. bedrijf:

locatie van een landbouwbedrijf, waar, anders dan voor recreatieve of educatieve doeleinden, een of meer varkens worden gehouden dan wel een locatie die voor het zodanig houden bestemd is.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Het is verboden varkens op een bedrijf af te leveren of te ontvangen, tenzij de zending varkens vergezeld gaat van een geldige verklaring van een praktiserend dierenarts, waaruit ten genoege van de Minister blijkt dat onderzoek heeft aangetoond dat de dieren afkomstig zijn van een bedrijf dat vrij is van dierziekten.

  • 2 Het is verboden varkens op een bedrijf aanwezig te hebben, tenzij een geldige verklaring van een praktiserend dierenarts op het bedrijf aanwezig is, waaruit ten genoege van de Minister blijkt dat onderzoek heeft aangetoond dat het bedrijf waar de varkens aanwezig zijn vrij is van dierziekten.

  • 3 Het is verboden varkens te vervoeren, tenzij de zending varkens vergezeld gaat van een geldige verklaring van een praktiserend dierenarts, waaruit ten genoege van de Minister blijkt dat onderzoek heeft aangetoond dat de dieren afkomstig zijn van een bedrijf dat vrij is van dierziekten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Het ingevolge artikel 2 ten genoege van de Minister verrichte onderzoek dient in te houden dat:

    • a. de dierenarts ten minste een keer in de vier weken de op het bedrijf aanwezige dieren klinisch heeft onderzocht en heeft vastgesteld dat er geen verschijnselen van besmettelijke veeziekten genoemd in artikel 7 van de Veewet en van varkenspest zijn;

    • b. de dierenarts ten minste een keer in de vier maanden het bedrijf serologisch heeft laten onderzoeken bij een naar het oordeel van de Minister voldoende toegerust laboratorium op de aanwezigheid van antistoffen tegen vesiculaire varkensziekte bij:

      • -

        7 dieren, indien op het bedrijf 10 dieren of minder aanwezig zijn;

      • -

        9 dieren, indien op het bedrijf 11 tot en met 30 dieren aanwezig zijn;

      • -

        10 dieren, indien op het bedrijf 31 tot en met 120 dieren aanwezig zijn;

      • -

        12 dieren, indien op het bedrijf meer dan 120 dieren aanwezig zijn,

        met dien verstande dat het serologisch onderzoek betrekking moet hebben op dieren die tenminste 30 kg wegen;

    • c. de uitslag van het in onderdeel b dan wel het in het tweede lid bedoelde onderzoek alsmede het in het derde lid bedoelde onderzoek negatief is bevonden.

  • 2 Indien het aantal op grond van het eerste lid serologisch te onderzoeken dieren, dat tenminste 30 kg weegt, niet op het bedrijf aanwezig is, dient, in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, uit de in artikel 2 bedoelde verklaring te blijken dat de dierenarts alle op het bedrijf aanwezige dieren die tenminste 30 kg wegen serologisch heeft laten onderzoeken op de aanwezigheid van antistoffen tegen vesiculaire varkensziekte.

  • 3 Indien niet is voldaan aan het eerste lid, onderdeel a, wordt de verklaring slechts afgegeven indien de dierenarts het bedrijf serologisch heeft laten onderzoeken op de aanwezigheid van antistoffen tegen varkenspest overeenkomstig bijlage 2.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde verklaring heeft een geldigheidsduur van vier weken. Als verklaring als bedoeld in artikel 2 wordt tot en met 30 oktober 1998 in aanmerking genomen de verklaring die is verstrekt op grond van artikel 2, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling.

  • 2 Een afschrift van de in artikel 2 bedoelde verklaringen dient na het verstrijken van de geldigheidsduur tenminste twee jaar te worden bewaard.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling treedt in werking op 1 december 1993.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bedrijfscontrole dierziekten 1993.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 juli 1993

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze,
De

Secretaris-Generaal

,

T.H.J. Joustra

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als dierziekte als bedoeld in artikel 1 is aangewezen:

  • 1. Vesiculaire varkensziekte

  • 2. Varkenspest

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

1. Serologische tests van in een groep gehouden varkens

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Een groep bestaat uit ten minste twee varkens die rechtstreeks met elkaar contact hebben.

Bemonstering van groepen

Aantal varkens

Te onderzoeken varkens

Indien de groep bestaat uit ten hoogste 20 varkens

twee varkens; wanneer de groep bestaat uit een zeug met biggen, wordt alleen de zeug bemonsterd

Indien de groep bestaat uit meer dan 20 varkens

twee varkens + 5% van de overige varkens

Alle groepen moeten worden bemonsterd.

2. Serologische tests van individueel gehouden varkens

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Het betreft hier varkens die dicht bij elkaar worden gehouden zonder dat zij rechtstreeks contact met elkaar hebben, bijvoorbeeld zogende zeugen.

Bemonsteringsprocedure

Aantal varkens

Te onderzoeken varkens

Minder dan 20

allemaal

20-100

20 + 20% van de overige varkens

Meer dan 100

20 + 10% van de overige varkens (met een minimum van 36 dieren)