Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van
26 april 1993, No. J. 936649, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken,
gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en
Cultuur en na overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op richtlijn nr. 90/167/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 maart 1990 tot vaststelling van
de voorwaarden voor de bereiding, het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders
met medicinale werking (PbEG L 92) en op de artikelen 42, eerste lid, onderdelen a, b, d en f, tweede lid, en 49 van de Diergeneesmiddelenwet;
Gezien het advies van het Landbouwschap, het Produktschap voor Veevoeder, het Produktschap
voor Vee en Vlees, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, de Vereniging van Fabrikanten
en Groothandelaren in Veterinaire Produkten (Fagrovet), de Vereniging van Fabrikanten
en Importeurs van Diergeneesmiddelen in Nederland (Fidin) en de Vereniging van Nederlandse
Fabrikanten van Veevoedertoevoegingen (Nefato);
De Raad van State gehoord (advies van 28 juni 1993, nr. W11.93.0262);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 20 juli 1993, No. J. 9311057, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische
Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid
en Cultuur en na overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan: