Wet van 7 oktober 1993, houdende regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen
aan gehandicapten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het vanuit een oogmerk van doelmatigheid
wenselijk is de verstrekking van woonvoorzieningen op grond van de Regeling geldelijke
steun huisvesting gehandicapten en leefvoorzieningen alsmede genees- en heelkundige
voorzieningen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet te beëindigen, en
de gemeenten te belasten met de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen
en rolstoelen en aldus mede te bevorderen dat personen van 65 jaar en ouder geleidelijk
en op passende wijze in aanmerking kunnen worden gebracht voor voorzieningen die thans
krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet in beginsel uitsluitend worden verstrekt
aan personen onder de 65 jaar;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: