Verordening op de kostenvergoedingen

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007.
Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2007

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Leden van het bestuur, het Examenbureau AA, de Raad van Toezicht, het Toetsersplatform, de examencommissie opleiding AA-BA de organen van instituten, de commissies en de werkgroepen van de NOvAA hebben voor het bijwonen van hun vergaderingen of bijeenkomsten recht op presentiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten en een reistijdvergoeding. Degenen, die op verzoek van het bestuur bijeenkomsten of vergaderingen namens de NOvAA bijwonen, ontvangen – indien het bestuur dat gewenst acht – presentiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten en een reistijdvergoeding. Degenen, die op verzoek van het bestuur de NOvAA vertegenwoordigen kunnen – indien het bestuur dat gewenst acht – in aanmerking komen voor presentiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten en een reistijdvergoeding alsmede een vergoeding voor hun werkzaamheden voor de NOvAA. Leden van de Raden van Advies en de Redactieraden bestuursleden van internationale beroepsorganisaties hebben recht op een vergoeding voor hun werkzaamheden voor de NOvAA en een vergoeding van reis- en verblijfkosten.

  • 2 De leden van het bestuur, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het Examenbureau AA, de leden van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de Commissie Bezwaarschriften van het Examenbureau AA en de leden van de examencommissie opleiding AA-BA ontvangen, naast de in het voorgaande lid genoemde vergoedingen, ieder jaar een vaste vergoeding bestaande uit een vergoeding voor gederfde tijd en een vergoeding voor gemaakte kosten. De hoogte van deze vergoeding wordt door de algemene ledenvergadering vastgesteld.

  • 3 De voorzitter en leden van het Toetsersplatform ontvangen, naast de in het eerste lid genoemde vergoedingen, ieder jaar een vaste vergoeding voor gederfde tijd. De hoogte van deze vergoeding wordt door de algemene ledenvergadering vastgesteld.

  • 4 De hoogte van het presentiegeld, de reiskostenvergoeding en de vergoeding voor reistijd wordt jaarlijks vastgesteld door de ledenvergadering. De vergoeding voor de leden die op verzoek van het bestuur de NOvAA vertegenwoordigen alsmede de periode waarop deze vergoeding betrekking heeft worden door het bestuur vastgesteld. De vergoeding voor de leden van de Raden van Advies en de leden van de Redactieraden en bestuursleden van internationale beroepsorganisaties wordt eveneens door het bestuur vastgesteld.

  • 5 Het krachtens het voorgaande lid door de ledenvergadering vastgestelde bedrag voor presentiegeld geldt per dagdeel.

  • 6 Aan de werknemers van het bureau wordt geen presentiegeld uitbetaald.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Als reiskosten worden ten hoogste vergoed de kosten voor de reiziger om langs de kortste weg van zijn woon- of verblijfplaats te komen naar zijn plaats van bestemming en terug, voor zover zij werkelijk gemaakt zijn en binnen de grenzen van de redelijkheid blijven.

  • 2 Voor binnenlandse en buitenlandse reizen met een eigen vervoermiddel wordt door het bestuur een kilometervergoeding vastgesteld waarbij alleen werkelijk gemaakte kosten worden vergoed.

  • 3 Voor buitenlandse reizen met vervoermiddelen anders dan de personenauto, worden de tickets verzorgd door het bureau van de NOvAA. Uitzondering hierop vormen de tickets voor bestuursleden van internationale beroepsorganisaties; zij verzorgen de tickets economy class zelf.

  • 4 Onder reistijdvergoeding wordt verstaan een vergoeding voor gederfde tijd als gevolg van reizen die ten behoeve van de te verrichten werkzaamheden worden gemaakt. Deze vergoeding wordt uitgedrukt in een bedrag per kilometer boven een reisafstand van 100 kilometer vice versa.

  • 5 In afwijking van het bepaalde in het derde lid van dit artikel geldt voor vliegreizen dat voor een retourvlucht binnen Europa een vaste reistijdvergoeding wordt toegekend die gelijk is aan het presentiegeld per dagdeel en dat voor een retourvlucht buiten Europa een vaste reistijdvergoeding wordt toegekend die gelijk is aan het presentiegeld van twee dagdelen.

  • 6 Het Bestuur bepaalt met welk vervoermiddel reizen buiten Nederland worden afgelegd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Als verblijfkosten worden vergoed de werkelijk gemaakte kosten voor consumpties, maaltijden en overnachting, voorzover deze kosten binnen de grenzen van de redelijkheid zijn gebleven en naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk waren.

Artikel 3A

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 2 De hoogte van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks vastgesteld door de ledenvergadering.

Artikel 3B

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Degene die een onderdeel van het praktijkgedeelte van het examen, bedoeld in artikel 80 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, mondeling afneemt heeft recht op:

    • -

      een vergoeding voor het beoordelen van het eindverslag;

    • -

      een presentiegeld en een vergoeding van reis- en verblijfkosten voor het voeren van het eindgesprek alsmede een reistijdvergoeding.

  • 3 De hoogte van het presentiegeld, de reiskostenvergoeding en de vergoeding voor reistijd worden jaarlijks vastgesteld door de ledenvergadering.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 185, datum inwerkingtreding 01-01-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.

2 De externe beoordelaar, bedoeld in artikel 9 van de Verordening op de praktijkstage, heeft recht op een vergoeding voor de werkzaamheden, in artikel 10, eerste, tweede en derde lid, van de Verordening op de praktijkstage.

3 Behoudens de toepassing van het vierde lid, heeft een tweede, daartoe op grond van artikel 16 van de Verordening op de praktijkstage aangewezen beoordelaar, recht op:

  • a. een vergoeding voor de beoordeling van het portfolio;

  • b. een presentiegeld en een vergoeding van reis- en verblijfskosten voor het afnemen van het eindgesprek alsmede een reistijdvergoeding.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Declaraties voor vergoedingen als bedoeld in de artikelen 1, 2, 3, 3A en 3B moeten uiterlijk binnen één maand na afloop van het kwartaal waarin deze kosten zijn gemaakt bij het bureau van de NOvAA worden ingediend.

  • 2 Het bestuur kan verlangen dat aan hem bewijsstukken worden overlegd waaruit de juistheid van de ingediende declaratie blijkt.

  • 3 Door anderen voor hetzelfde doel en/of dezelfde activiteiten uitgekeerde kostenvergoedingen kunnen in mindering worden gebracht op de vergoedingen die de NOvAA in het kader van deze regeling uitkeert.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Het recht op de volgende vergoedingen gaat met terugwerkende kracht in per 1 januari 2006:

    • de in artikel 1, eerste lid genoemde vergoedingen voor leden van het Toetsersplatform en bestuursleden internationale beroepsorganisaties; en

    • de in artikel 1, derde lid genoemde vergoeding voor de voorzitter en leden van het Toetsersplatform; en

    • de in artikel 1, vierde lid genoemde vergoeding voor bestuursleden van internationale beroepsorganisaties;

    • de in artikel 2, tweede lid genoemde vergoeding voor buitenlandse reizen.

  • 2 Voor het overige treedt deze verordening in werking met ingang van 1 januari 2007.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam: Verordening op de kostenvergoedingen.