Besluit patiëntendossier Bopz

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-08-2010.
Geldend van 22-07-1996 t/m heden

Besluit van 3 november 1993, houdende regels omtrent het beheer van de patiëntendossiers, de kennisneming van de daarin opgenomen gegevens en de daarbij bewaarde stukken en de verbetering van gegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Onze Minister van Justitie van 14 juli 1993, DGVgz/GVC/CB/931800;

Gelet op de artikelen 37, vierde lid, 56, vierde lid, en 57, tweede lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;

De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1993, nr. W13.93.0452);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Onze Minister van Justitie van 1 november 1993, nr. GVC/CB/9370;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

  • 2 De bescheiden, bedoeld in het eerste lid, worden, onverminderd artikel 56, derde lid, van de wet, bewaard gedurende vijf jaren te rekenen vanaf het tijdstip waarop de behandeling in het kader van de wet, de plaatsing in het ziekenhuis, dan wel de ter beschikkingstelling, is beëindigd of zo veel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit.

Artikel 3

  • 1 Na beëindiging van de vijf jaren worden de bewaarde bescheiden, bedoeld in artikel 2, binnen drie maanden na een daartoe strekkend verzoek van de patiënt vernietigd.

  • 2 Het eerste lid geldt niet voor zover het verzoek bescheiden betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt, alsmede voor zover het bepaalde bij of krachtens enige wettelijke bepaling zich daartegen verzet.

Artikel 5

In afwijking van artikel 457 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek kan verstrekking van de in artikel 2 bedoelde bescheiden zonder toestemming van de patiënt gescheiden bij overplaatsing van de patiënt aan de vanaf het moment van overplaatsing voor de behandeling verantwoordelijke persoon, dan wel indien het bij of krachtens een andere wet bepaalde daartoe verplicht.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage , 3 november 1993

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de negende november 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin