Wet van 11 november 1993, houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van huisvestings- en bestedingsbeslissingen
en regeling van de overname van het economisch claimrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de instellingen voor hoger
beroepsonderwijs grotere beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de huisvestingsvoorzieningen
te verschaffen;
dat in verband met de overdracht van de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de
huisvesting voor het hoger beroepsonderwijs een verrekening met het Rijk moet plaatsvinden
ten aanzien van de bestaande huisvesting van de instellingen voor hoger beroepsonderwijs;
dat in verband daarmee wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992, 593) wenselijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: