Besluit inzamelvergunning afvalstoffen en beheer afgewerkte olie

[Regeling vervallen per 01-05-2004.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-06-2002.
Geldend van 08-05-2002 t/m 30-04-2004

Besluit van 24 november 1993, houdende invoering van een vergunningplicht voor de inzameling van afgewerkte olie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 juni 1993, nr. MJZ30693023, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 10.37 van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 1993, no.W08.93.0407);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 november 1993, nr. MJZ 23n93020, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    afgewerkte olie: smeer- of systeemolie, in de bijlage bij beschikking nr. 2000/532/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 2000 houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende afvalstoffen en Beschikking 94/904/EG van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende gevaarlijke afvalstoffen (PbEG L 226/3) aangeduid met een van de afvalstoffencodes 13 01 01* tot en met 13 01 13*, 13 02 04* tot en met 13 02 08* en 13 03 01* tot en met 13 03 10*, op minerale of synthetische basis, die hetzij door vermenging met andere stoffen hetzij op andere wijze onbruikbaar is geworden voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd.

  • 2 Een wijziging in de bijlage bij beschikking nr. 2000/532/EG gaat voor de toepassing van het eerste lid gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

  • 1 Voor het inzamelen van afgewerkte olie is een vergunning van Onze Minister vereist, indien deze olie behoort tot:

    • a. categorie I, waarbij:

      • 1°. de olie een minerale basis heeft,

      • 2°. het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180,

      • 3°. het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor kleiner is dan of gelijk is aan 1000 mg/kg,

      • 4°. het vlampunt groter is dan of gelijk is aan 55°C, en

      • 5°. de olie na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, niet vermengd is met andere stoffen dan uitsluitend – al dan niet met water of sediment verontreinigde – lichte of zware stookolie, gasolie of dieselolie.

    • b. categorie II, waarbij:

      • 1°. het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180,

      • 2°. het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, kleiner is dan of gelijk is aan 1000 mg/kg,

      • 3°. het vlampunt groter is dan of gelijk is aan 55°C, en

      • 4°. de olie na bewerking als brandstof dan wel als component ter vervaardiging van een brandstof kan worden aangewend.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op afgewerkte olie uit vaartuigen of afgewerkte olie die ontstaat in particuliere huishoudens.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

Onverminderd het bepaalde in artikel 2 is voor het inzamelen van de volgende categorieën van afvalstoffen een vergunning van Onze Minister vereist:

  • a. gevaarlijke afvalstoffen afkomstig uit de scheepvaart, bestaande uit afgewerkte olie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, olie- en chemicaliënladingrestanten, olie- en chemicaliënhoudende mengsels, olie- en chemicaliënhoudende watermengsels, sludges of wasvloeistoffen;

  • b. gevaarlijke afvalstoffen waarvan een bedrijf waar de hierna vermelde gevaarlijke afvalstoffen vrijkomen, zich ontdoet door afgifte in een hoeveelheid van ten hoogste 200 kilogram per afvalstof per afgifte:

    • 1°. restanten van laboratoriumchemicaliën,

    • 2°. restanten van toepassing van amalgaam in de tandheelkunde,

    • 3°. afvalstoffen afkomstig van de toepassing van verven, lakken, beitsen en andere soortgelijke vloeibare en pasteuze middelen die ter kleuring of bescherming op hout, steen, metaal, textiel en dergelijke materialen worden aangebracht,

    • 4°. afvalstoffen van fotografisch-chemische bewerkingen,

    • 5°. zuren, logen, galvanische en etsbaden, die zijn gebruikt voor de reiniging of bewerking van metaaloppervlakken, voor het opbrengen van een beschermende metaallaag op producten en halffabrikaten of voor het ontlakken van geverfde producten;

  • c. mengsels van olie, water en slib afkomstig uit olie- of slibafscheiders, waarvan een inrichting waar onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan voertuigen en machines worden verricht, zich door afgifte ontdoet;

  • d. andere gevaarlijke afvalstoffen waarvan een inrichting als bedoeld in onderdeel c zich ontdoet in een hoeveelheid van ten hoogste 200 kilogram per afvalstof per afgifte;

  • e. gevaarlijke afvalstoffen die vrijkomen bij medische handelingen in intra- en extramurale instellingen voor de gezondheidszorg.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

  • 1 De aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2 bevat:

    • a. de vermelding van naam - bij een rechtspersoon tevens de rechtsvorm - en adres van de aanvrager;

    • b. een opgave van de plaats vanwaar zal worden ingezameld en ingeval de aanvrager afgewerkte olie niet zelf ophaalt: een opgave van naam - bij een rechtspersoon tevens de rechtsvorm - en adres van degene die dit in zijn opdracht zal doen;

    • c. een opgave van de tijdsduur waarvoor de vergunning wordt verlangd;

    • d. een opgave van het gebied waarbinnen de aanvrager afgewerkte olie wil inzamelen;

    • e. een opgave van het gebied waarvoor de aanvrager bereid is de verplichting op zich te nemen om de aan hem aangeboden afgewerkte olie op te halen;

    • f. indien de aanvrager niet voornemens is afgewerkte olie om niet op te halen: een opgave van het tarief dat hij voor het ophalen wil vaststellen, alsmede van de wijze waarop dat tarief is samengesteld;

    • g. indien de aanvrager voornemens is voor het in ontvangst nemen van afgewerkte olie een bedrag te betalen: een opgave van het tarief dat hij daarvoor wil vaststellen, alsmede een beschrijving van de wijze waarop het tarief is samengesteld;

    • h. een schatting van de hoeveelheid afgewerkte olie die de aanvrager per maand beoogt in te zamelen;

    • i. een opgave van de eisen die door de aanvrager zullen worden gesteld ten aanzien van de wijze waarop afgewerkte olie ter inzameling moet worden aangeboden;

    • j. een beschrijving van vervoermiddelen en installaties, die bij het inzamelen gebruikt zullen worden;

    • k. een opgave van degene aan wie de aanvrager afgewerkte olie ter bewaring of ter bewerking zal afgeven;

    • l. een beschrijving van de voorzieningen die zullen worden getroffen opdat geen stagnatie bij het inzamelen optreedt;

    • m. een beschrijving van de wijze waarop vervoermiddelen en installaties gereinigd zullen worden, alsmede een beschrijving van de wijze waarop het beheer van de daarbij vrijkomende stoffen, preparaten of andere producten zal geschieden;

    • n. een opgave of de aanvrager in het verleden reeds afgewerkte olie heeft ingezameld en zo neen een vermelding van het tijdstip waarop met het inzamelen een begin kan worden gemaakt.

  • 2 Indien Onze Minister van oordeel is dat de verstrekte gegevens onvoldoende zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen, kan hij verlangen dat de daartoe nodige verdere, door hem aangeduide gegevens worden verstrekt.

  • 3 De aanvraag om een vergunning wordt in vijfvoud ingediend.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

Artikel 3 is van overeenkomstige toepassing op de aanvraag om vergunning voor het inzamelen van de categorieën van afvalstoffen, bedoeld in artikel 2a.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2004]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit inzamelvergunning afvalstoffen en beheer afgewerkte olie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 november 1993

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Uitgegeven de dertigste november 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin