De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
Overwegende, dat de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde prijsindex
voor de gezinsconsumptie over het kalenderjaar 1992 ten opzichte van het kalenderjaar
1991 met 3,7% is gestegen;
Voorts overwegende, dat de omroepbijdrage sedert 1 januari 1993 vierentachtig gulden
voor de hoofdsom van omroepbijdrage A en negenenveertig gulden voor de hoofdsom van
omroepbijdrage B bedraagt;
Gelet op artikel 111, vierde lid, van de Mediawet;