Stcrt. 2014, 3699, datum inwerkingtreding 25-02-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 06-01-2014.
2 Voor de toepassing van artikel 7, derde lid, vangt, in afwijking van het eerste lid, voor dat motorrijtuig het tijdvak aan met
ingang van de dag waarop de houder als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie
personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen, of met ingang
van de dag waarop de houder zich als ingezetene had moeten inschrijven in die basisregistratie
en, zolang het motorrijtuig in Nederland feitelijk ter beschikking staat, telkenmale
drie maanden later tenzij wordt aangetoond met ingang van welke dag het in het buitenland
geregistreerd motorrijtuig in Nederland ter beschikking heeft gestaan in welk geval
het tijdvak aanvangt met die datum. Voor de toepassing van artikel 7, vierde lid,
is de vorige volzin van overeenkomstige toepassing.
Stcrt. 2014, 3699, datum inwerkingtreding 25-02-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 06-01-2014.
2 Voor de toepassing van artikel 7, derde lid, vangt, in afwijking van het eerste lid, voor dat motorrijtuig het tijdvak aan met
ingang van de dag waarop de houder als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie
personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen, of met ingang
van de dag waarop de houder zich als ingezetene had moeten inschrijven in die basisregistratie
en, zolang het motorrijtuig in Nederland feitelijk ter beschikking staat, telkenmale
drie maanden later tenzij wordt aangetoond met ingang van welke dag het in het buitenland
geregistreerd motorrijtuig in Nederland ter beschikking heeft gestaan in welk geval
het tijdvak aanvangt met die datum. Voor de toepassing van artikel 7, vierde lid,
is de vorige volzin van overeenkomstige toepassing.
Stb. 2014, 481, datum inwerkingtreding 01-01-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 06-01-2014.
2 Voor de toepassing van artikel 7, derde lid, vangt, in afwijking van het eerste lid, voor dat motorrijtuig het tijdvak aan met
ingang van de dag waarop de houder als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie
personen, genoemd in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen, of met ingang
van de dag waarop de houder zich als ingezetene had moeten inschrijven in die basisregistratie
en, zolang het motorrijtuig in Nederland feitelijk ter beschikking staat, telkenmale
drie maanden later, tenzij wordt aangetoond met ingang van welke dag het in het buitenland
geregistreerde motorrijtuig in Nederland ter beschikking heeft gestaan, in welk geval
het tijdvak aanvangt met die datum. Voor de toepassing van artikel 7, vierde lid,
is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.
Stb. 2014, 481, datum inwerkingtreding 01-01-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 06-01-2014.
2 Voor de toepassing van artikel 7, derde lid, vangt, in afwijking van het eerste lid, voor dat motorrijtuig het tijdvak aan met
ingang van de dag waarop de houder als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie
personen, genoemd in artikel 1.2 van de Wet basisregistratie personen, of met ingang
van de dag waarop de houder zich als ingezetene had moeten inschrijven in die basisregistratie
en, zolang het motorrijtuig in Nederland feitelijk ter beschikking staat, telkenmale
drie maanden later, tenzij wordt aangetoond met ingang van welke dag het in het buitenland
geregistreerde motorrijtuig in Nederland ter beschikking heeft gestaan, in welk geval
het tijdvak aanvangt met die datum. Voor de toepassing van artikel 7, vierde lid,
is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.