Wet van 16 december 1993, houdende nieuwe bepalingen inzake identificatie van cliënten
bij financiële dienstverlening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de bestaande wetgeving met betrekking tot
identiteitsvaststelling bij financiële dienstverlening aangepast dient te worden aan
de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1991 tot voorkoming
van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (91/308/EEG);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: