-
a. Voor een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 die ingevolge artikel 52, tweede lid, onderdelen a tot en met d van die wet is geregistreerd of een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2° van de Wet toezicht kredietwezen 1992:
Categorie I: met een balanstotaal van minder dan € 45 378 000; factor: 1;
Categorie II: met een balanstotaal van ten minste € 45 378 000, maar minder dan € 453
780 000; factor: 2;
Categorie III: met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000, maar minder dan
€ 4 537 800 000; factor: 3;
Categorie IV: met een balanstotaal van ten minste € 4 537 800 000, maar minder dan
€ 45 378 020 000; factor: 4;
Categorie V: met een balanstotaal van ten minste € 45 378 020 000; factor: 5.
-
b. Voor een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen:
Categorie I: met een eigen vermogen van minder dan € 453 800; factor: 1;
Categorie II: met een eigen vermogen van ten minste € 453 800, maar minder dan € 4
538 000; factor: 2;
Categorie III: met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000, maar minder dan
€ 45 378 000; factor: 3;
Categorie IV: met een eigen vermogen van ten minste € 45 378 000, maar minder dan
€ 453 780 000; factor: 4;
Categorie V: met een eigen vermogen van ten minste € 453 780 000; factor: 5.
-
c. Voor een geldtransactiekantoor als bedoeld in artikel 1 onderdeel a, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, een speelcasino als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, of een onderneming die creditcards uitgeeft:
Categorie I: met een opbrengst van minder dan € 45 400; factor: 0,25;
Categorie II: met een opbrengst van ten minste € 45 400, maar minder dan € 90 800;
factor: 0,5;
Categorie III: met een opbrengst van ten minste € 90 800, maar minder dan € 226 900;
factor: 1;
Categorie IV: ingeschreven geldtransactiekantoren met een opbrengst van ten minste
€ 226 900, maar minder dan € 453 800; factor: 2;
Categorie V: ingeschreven geldtransactiekantoren met een opbrengst van ten minste
€ 453 800; factor: 3;
-
d. Voor een effecteninstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995:
Categorie I: met een eigen vermogen van minder dan € 136 100; factor: 1;
Categorie II: met een eigen vermogen van ten minste € 136 100, maar minder dan € 272
300; factor: 2;
Categorie III: met een eigen vermogen van ten minste € 272 300, maar minder dan € 453
800; factor: 3;
Categorie IV: met een eigen vermogen van ten minste € 453 800, maar minder dan € 4
538 000; factor: 4;
Categorie V: met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000; factor: 5.
-
e. Voor een verzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993:
Categorie I: met een balanstotaal van minder dan € 13 613 000; factor: 1;
Categorie II: met een balanstotaal van ten minste € 13 613 000, maar minder dan € 68
067 000; factor: 2;
Categorie III: met een balanstotaal van ten minste € 68 067 000, maar minder dan
€ 340 335 000; factor: 3;
Categorie IV: met een balanstotaal van ten minste € 340 335 000, maar minder dan
€ 1 361 340 000; factor: 4;
Categorie V: met een balanstotaal van ten minste € 1 361 340 000; factor: 6.
-
f. Voor instellingen, niet genoemd in de onderdelen a tot en met e:
Categorie I: instellingen met een omzet van minder dan € 45 400; factor: 0,5;
Categorie II: instellingen met een omzet van ten minste € 45 400, maar minder dan
€ 90 800; factor: 1;
Categorie III: instellingen met een omzet van ten minste € 90 800, maar minder dan
€ 226 900; factor: 2;
Categorie IV: instellingen met een omzet van ten minste € 226 900, maar minder dan
€ 453 800; factor: 3;
Categorie V: instellingen met een omzet van ten minste € 453 800; factor: 4.