Regeling blokkade verplaatsing mestproductie

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012.
Geldend van 08-07-2005 t/m 31-12-2005

Regeling blokkade verplaatsing mestproductie

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 12, tweede en derde lid, en artikel 18 van de Wet verplaatsing mestproductie;

Gezien de adviezen van het Produktschap voor Veevoeder, het Produktschap Vee en Vlees, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Produktschap voor Zuivel, het Landbouwschap en de Nederlandse Vereniging van Banken;

Besluit:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Alvorens de Dienst Regelingen een kennisgeving als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet in behandeling neemt, doet het van deze kennisgeving schriftelijk mededeling aan iedere hypotheekhouder die een aanmelding als bedoeld in artikel 3 heeft gedaan en wiens recht blijkens die aanmelding is gevestigd op een of meer registergoederen van het bedrijf waarvan het desbetreffende niet-gebonden mestproductierecht afkomstig is.

  • 2 De Dienst Regelingen neemt de kennisgeving niet in behandeling gedurende 30 dagen na dagtekening van de mededeling.

  • 3 Indien een of meer betrokken hypotheekhouders binnen de in het tweede lid bedoelde termijn een verzoek daartoe bij de Dienst Regelingen indienen, wordt de termijn verlengd tot 90 dagen na dagtekening van de mededeling.

  • 4 De termijn van 90 dagen wordt eenmalig met 90 dagen verlengd, indien een hypotheekhouder die het in het derde lid bedoelde verzoek heeft gedaan binnen de eerstgenoemde termijn een verzoek daartoe bij de Dienst Regelingen indient onder gelijktijdige overlegging van:

    • -

      een rechterlijk vonnis, waaruit blijkt dat degene van wiens bedrijf de niet-gebonden mestproductierechten afkomstig zijn de betreffende verplaatsing geen doorgang kan laten vinden, of

    • -

      een schriftelijke verklaring van een notaris, waarin deze bevestigt dat hij van de betrokken hypotheekhouder op grond van artikel 3:268, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek de opdracht heeft ontvangen om het betreffende verbonden registergoed, of in voorkomend geval de betreffende verbonden registergoederen in het openbaar te verkopen.

  • 5 Zodra de Dienst Regelingen van de betrokken hypotheekhouder, of in voorkomend geval alle betrokken hypotheekhouders een verklaring heeft ontvangen dat tegen de inbehandelingneming geen bezwaar bestaat, wordt, in afwijking van de vorige leden, de kennisgeving in behandeling genomen.

  • 6 Na verloop van de overeenkomstig het vierde lid verlengde termijn wordt de kennisgeving onherroepelijk door de Dienst Regelingen in behandeling genomen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Artikel 2 is uitsluitend van toepassing indien een of meer betrokken hypotheekhouders het in artikel 2, eerste lid, bedoelde bedrijf, als geregistreerd onder het door de hypotheekhouder aan te geven mestnummer als bedoeld in artikel 7, hebben aangemeld bij de Dienst Regelingen.

  • 2 Indien een hypotheekrecht dat is gevestigd op een of meer registergoederen van een overeenkomstig het eerste lid aangemeld bedrijf is tenietgegaan, doet degene die het betreffende recht had gevestigd daarvan onverwijld mededeling aan de Dienst Regelingen. De betreffende aanmelding vervalt zodra de Dienst Regelingen deze mededeling heeft ontvangen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Indien een aanmelding als bedoeld in artikel 3 niet is mede-ondertekend door degene op wiens bedrijf zij betrekking heeft, wordt zij voor de toepassing van artikel 2 uitsluitend in aanmerking genomen wanneer door de hypotheekhouder bij de aanmelding tevens een uittreksel van het in artikel 3:260, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde openbare register is overgelegd, waaruit blijkt op welk registergoed, of in voorkomend geval op welke registergoederen van het bedrijf het recht van de betrokken hypotheekhouder is gevestigd.

  • 2 De Dienst Regelingen doet aan degene op wiens bedrijf de aanmelding, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft van de aanmelding schriftelijk mededeling.

  • 3 Verklaart degene op wiens bedrijf de aanmelding betrekking heeft binnen 30 dagen na dagtekening van de mededeling, bedoeld in het tweede lid, aan de Dienst Regelingen dat de gegevens als vermeld in de aanmelding niet juist zijn, dan neemt de Dienst Regelingen de betreffende aanmelding niet langer in aanmerking voor de toepassing van artikel 2.

  • 4 Zolang de hypotheekhouder de aanmelding waarop de in het derde lid bedoelde verklaring betrekking heeft niet intrekt, doch maximaal gedurende 90 dagen na dagtekening van de mededeling, bedoeld in het tweede lid, neemt de Dienst Regelingen geen kennisgevingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet in behandeling, indien de niet-gebonden mestproductierechten afkomstig zijn van het bedrijf waarop de aanmelding betrekking heeft. De termijn van 90 dagen wordt eenmalig met 90 dagen verlengd, indien de hypotheekhouder binnen de eerstgenoemde termijn een verzoek daartoe bij de Dienst Regelingen indient, onder gelijktijdige overlegging van een rechterlijk vonnis of een verklaring van een notaris als bedoeld in artikel 2, vierde lid.

  • 5 De aanmelding waarop de in het derde lid bedoelde verklaring betrekking heeft vervalt definitief na verloop van de in het vierde lid bedoelde termijn, zoals deze in voorkomend geval is verlengd. Na het vervallen van de aanmelding worden kennisgevingen die betrekking hebben op het in die aanmelding vermelde bedrijf onherroepelijk door de Dienst Regelingen in behandeling genomen.

  • 6 Ter zake van het bedrijf dat is vermeld in de aanmelding waarop de in het derde lid bedoelde verklaring betrekking heeft, wordt, ook nadat deze aanmelding is ingetrokken of vervallen, door de Dienst Regelingen van de betrokken hypotheekhouder geen nieuwe aanmelding aanvaard, tenzij deze is mede-ondertekend door degene op wiens bedrijf zij betrekking heeft. Een zodanige, mede-ondertekende aanmelding geldt tevens als een intrekking van de aanmelding waarop de in het derde lid bedoelde verklaring betrekking heeft, indien deze aanmelding nog niet is vervallen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Voor de toepassing van artikel 2 en artikel 4, vierde lid, wordt een aanmelding als bedoeld in artikel 3 eerst in aanmerking genomen indien door de betrokken hypotheekhouder bij de Dienst Regelingen een bedrag van € 27,23 is voldaan.

  • 2 Het in het eerste lid genoemde bedrag geldt per aanmelding en per bedrijf.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Aan een hypotheekhouder die een aanmelding als bedoeld in artikel 3 heeft gedaan, kunnen ter zake van het in die aanmelding vermelde bedrijf door de Dienst Regelingen de volgende gegevens worden verstrekt:

    • -

      gegevens omtrent de geregistreerde mestproductierechten;

    • -

      gegevens omtrent de hoeveelheid niet-gebonden rechten welke blijkens de kennisgeving, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bij de verplaatsing zijn betrokken;

    • -

      de dagtekening van de mededeling, bedoeld in artikel 4, tweede lid;

    • -

      de indiening of het achterwege blijven van een verklaring als bedoeld in artikel 4, derde lid;

    • -

      gegevens omtrent de overdracht van het gehele bedrijf en het mestnummer waaronder het bedrijf na de overdracht is geregistreerd.

  • 2 Aan een ieder die daartoe een verzoek bij de Dienst Regelingen heeft ingediend en ten genoegen van de Dienst Regelingen aannemelijk heeft gemaakt dat hij een hypotheekrecht heeft gevestigd op een of meer registergoederen van een bedrijf, wordt mededeling gedaan van de op enig moment na indiening van het verzoek plaatsvindende splitsing van dat bedrijf.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor de toepassing van deze regeling wordt uitgegaan van het bedrijf zoals dit door de Dienst Regelingen is geregistreerd onder het mestnummer dat door de betrokken hypotheekhouder is vermeld in de aanmelding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 De in het eerste lid bedoelde formulieren worden eerst in aanmerking genomen vanaf het moment dat zij door de Dienst Regelingen zijn ontvangen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gedurende de eerste 23 dagen na inwerkingtreding van de wet neemt de Dienst Regelingen geen kennisgevingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet in behandeling. In deze periode gedane kennisgevingen worden eerst na verloop van de periode in behandeling genomen, tenzij ter zake van het bedrijf waarvan de niet-gebonden mestproductierechten afkomstig zijn inmiddels een aanmelding als bedoeld in artikel 3 is ontvangen, in welk geval artikel 2, onderscheidenlijk artikel 4 van toepassing is.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de wet.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als:

Regeling blokkade verplaatsing mestproductie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 december 1993

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
De

directeur-generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G. van der Lely