Wet van 23 december 1993, houdende
regelen omtrent de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede ter uitvoering van
artikel 18, tweede lid, van de
Grondwet, wenselijk is nieuwe wettelijke regels vast te stellen omtrent de
verstrekking door de overheid van gefinancierde rechtsbijstand aan minder
draagkrachtigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, in saecula saeculorum, en met gemeen
overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan
bij
deze: