Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-03-2006 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 01-05-2004 t/m 31-03-2006

Besluit van 11 januari 1994, tot vaststelling van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 20 oktober 1993, Stafafdeling Wetgeving Puliekrecht nr. 401654/93/6, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie;

Gelet op de artikelen 12 en 28 van de Wet op de rechtsbijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 24 december 1993, no. W03.93.0705);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 3 januari 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 419553/93/6, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

Rechtsbijstand kan worden verleend indien de aanvraag daartoe voldoet aan de in de wet gestelde criteria en rechtsbijstand op grond van dit besluit niet is uitgesloten.

Artikel 3

Rechtsbijstand wordt als zijnde van elke grond ontbloot niet verleend indien de aanvraag betrekking heeft op een vordering of verweer:

  • a. voor de instelling waarvan de wettelijke termijn is verstreken of, indien de aanwending van een rechtsmiddel wordt voorgesteld, de termijn waarbinnen deze kan worden aangewend is verstreken;

  • b. waarvoor de rechtzoekende geen of een volstrekt ontoereikende grond verschaft;

  • c. dat uitsluitend wordt gevoerd om uitstel van betaling of van executie te verkrijgen;

  • d. waarover reeds eerder door meer dan één rechtsbijstandverlener een advies is gegeven;

  • e. waarvan gezien de recente rechtspraak redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze geen kans van slagen maakt;

  • f. dat betrekking heeft op een tweede of volgende aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in welk kader redelijkerwijs buiten twijfel is dat de nieuwe feiten of omstandigheden vóór de onherroepelijke beslissing op de eerdere aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd naar voren hadden kunnen worden gebracht, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de bijzondere omstandigheden van het geval noodzaken tot het verlenen van rechtsbijstand.

Artikel 4

  • 1 Rechtsbijstand wordt, als zijnde van onvoldoende belang, behalve tijdens een spreekuur als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder a, van de wet, niet verleend indien het op geld waardeerbare belang blijft beneden een bedrag van € 90,–.

  • 2 Rechtsbijstand op basis van een toevoeging wordt, als zijnde van onvoldoende belang, niet verleend indien het op geld waardeerbare belang blijft beneden een bedrag van twintig ten honderd van het inkomen van de rechtzoekende met een minimum van € 180,–.

  • 3 Indien de rechtsbijstand betrekking heeft op een beroep in cassatie wordt de toevoeging geweigerd indien het op geld waardeerbare belang blijft beneden een bedrag van veertig ten honderd van het inkomen van de rechtzoekende met een minimum van € 360,–.

  • 4 Indien de rechtsbijstand betrekking heeft op een beroep in cassatie in een strafzaak uitsluitend betreffende een of meer overtredingen wordt jegens de verdachte de toevoeging geweigerd, indien met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel werd opgelegd of geen andere straf of maatregel werd opgelegd dan een geldboete tot een maximum – of, wanneer bij het vonnis twee of meer geldboetes zijn opgelegd, tot een gezamenlijke maximum – van € 250,–.

  • 6 Indien het belang bestaat uit een periodiek te betalen of te ontvangen waarde, wordt het belang gesteld op de waarde van de betaling of ontvangst, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze waarde moet worden betaald dan wel ontvangen in een periode van ten hoogste twee jaar.

  • 7 In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde kan rechtsbijstand of een toevoeging worden verleend indien zwaarwegende belangen van de rechtzoekende dit rechtvaardigen.

Artikel 5

  • 1 Voor rechtsbijstand in strafzaken wordt, behalve tijdens het spreekuur, geen rechtsbijstand verleend indien de zaak dient bij de kantonrechter.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan een toevoeging worden verleend, indien zwaarwegende belangen van de rechtzoekende dit rechtvaardigen of de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval dat vereist.

Artikel 6

  • 1 Voor rechtsbijstand in zaken betreffende Boek I van het Burgerlijk Wetboek wordt geen toevoeging verleend:

    • a. indien de kantonrechter bevoegd is van het verzoek, de vordering of het verweer kennis te nemen.

    • b. indien de aanvraag betrekking heeft op wijziging van de geslachtsnaam of wijziging van een spelfout in de voornaam.

  • 2 In afwijking van het eerste lid onder a kan een toevoeging worden verleend:

Artikel 7

Voor rechtsbijstand terzake van het treffen van een afbetalingsregeling, het aanvragen van het eigen faillissement of het kwijtschelden van een schuld wordt geen toevoeging verleend.

Artikel 8

  • 1 Geen toevoeging wordt verleend indien de rechtsbijstand uitsluitend is verzocht voor:

    • a. het indienen van aanvragen om toelating tot Nederland op grond van de Vreemdelingenwet, tenzij de rechtzoekende met onmiddellijke uitzetting of inbewaringstelling wordt bedreigd of de aanvraag betrekking heeft op een verzoek om toelating als vluchteling en niet kan worden volstaan met het verlenen van rechtsbijstand tijdens een spreekuur dat voorafgaat aan het gehoor;

    • b. het aanvragen van een uitkering;

    • c. het indienen van een aanvraag tot naturalisatie;

    • d. het doen van belastingaangifte;

    • e. het indienen van een bezwaarschrift in een belastingzaak, indien het bezwaar uitsluitend betrekking heeft op een geschil van feitelijke of rekenkundige aard;

    • f. het vragen van kwijtschelding van een belastingschuld;

    • g. het vragen van een voor beroep vatbare beslissing tenzij de aanvraag uitvoerig wordt gemotiveerd;

    • h. het vragen van vrijstelling of uitstel van de militaire dienstplicht;

    • i. het verkrijgen van rechtsbijstand;

    • j. het indienen van een andere aanvraag bij een bestuursorgaan om een besluit te nemen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan een toevoeging worden verleend, indien de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval dat vereist.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 1994.

Artikel 10

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 januari 1994

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

Uitgegeven de achttiende januari 1994

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin