Stb. 2006, 403, datum inwerkingtreding 20-09-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-06-2003.
Het Werkgeversoverleg, taak en bevoegdheden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
1 Er is een Werkgeversoverleg voor overleg in zaken betreffende de rechtspositie van
het personeel werkzaam bij instellingen.
2 Het Werkgeversoverleg ressorteert onder Onze Minister.
3 Met het Werkgeversoverleg wordt voor zover de deelnemende organisaties van gemeente-
en schoolbesturen daarbij belang hebben door of namens Onze Minister met betrekking
tot het personeel van instellingen als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, onder 1 en 4, indien op die instellingen het Rechtspositiebesluit WPO/WEC van toepassing is, overleg
gepleegd over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel,
met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden
gevoerd.
4 Met het Werkgeversoverleg wordt voor zover de deelnemende organisaties van gemeente-
en schoolbesturen daarbij belang hebben door of namens Onze Minister met betrekking
tot het personeel van instellingen als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, onder 2, 3 en 4, indien op die instellingen het Rechtspositiebesluit WPO/WEC niet van toepassing
is, overleg gepleegd over de onderwerpen genoemd in artikel 38a, tweede en derde lid,
van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 4.1.2, tweede en derde lid, van
de Wet educatie en beroepsonderwijs.
5 Het overleg, bedoeld in het derde en vierde lid, is gericht op het bereiken van overeenstemming
en het wordt voorbereid in een werkgroep van het Werkgeversoverleg aangeduid als het
Technisch Informeel Werkgeversoverleg.
6 De voorzitter en het Werkgeversoverleg kunnen gezamenlijk besluiten dat het overleg,
bedoeld in het derde en vierde lid, wordt gevoerd met het Technisch Informeel Werkgeversoverleg.
De voorzitter en het Werkgeversoverleg bepalen daarbij onder welke voorwaarden dat
overleg wordt gevoerd.
Stb. 2006, 403, datum inwerkingtreding 20-09-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-05-2004.
Het Werkgeversoverleg, taak en bevoegdheden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
1 Er is een Werkgeversoverleg voor overleg in zaken betreffende de rechtspositie van
het personeel werkzaam bij instellingen.
2 Het Werkgeversoverleg ressorteert onder Onze Minister.
3 Met het Werkgeversoverleg wordt voor zover de deelnemende organisaties van gemeente-
en schoolbesturen en werkgevers daarbij belang hebben door of namens Onze Minister
met betrekking tot het personeel van instellingen als bedoeld in artikel 1, onderdeel
g, onder 1 en 4, indien op die instellingen het Rechtspositiebesluit WPO/WEC van toepassing
is, overleg gepleegd over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand
van het personeel, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid
zal worden gevoerd.
4 Met het Werkgeversoverleg wordt voor zover de deelnemende organisaties van gemeente-
en schoolbesturen en werkgevers daarbij belang hebben door of namens Onze Minister
met betrekking tot het personeel van instellingen als bedoeld in artikel 1, onderdeel
g, onder 2, 3 en 4, indien op die instellingen het Rechtspositiebesluit WPO/WEC niet
van toepassing is, overleg gepleegd over de onderwerpen genoemd in artikel 38a, tweede
en derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 4.1.2, tweede en derde
lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
5 Het overleg, bedoeld in het derde en vierde lid, is gericht op het bereiken van overeenstemming
en het wordt voorbereid in een werkgroep van het Werkgeversoverleg aangeduid als het
Technisch Informeel Werkgeversoverleg.
6 De voorzitter en het Werkgeversoverleg kunnen gezamenlijk besluiten dat het overleg,
bedoeld in het derde en vierde lid, wordt gevoerd met het Technisch Informeel Werkgeversoverleg.
De voorzitter en het Werkgeversoverleg bepalen daarbij onder welke voorwaarden dat
overleg wordt gevoerd.