Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009.
Geldend van 25-02-1994 t/m 15-12-2009

Besluit van 4 februari 1994, tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen of preparaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 16 augustus 1993, DGVgz/VVP/P/93991, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtlijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (PbEG L 262), zoals gewijzigd door Richtlijn 89/677/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989, houdende de achtste wijziging van Richtlijn 76/769 EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (PbEG L 398), alsmede op de artikelen 4, eerste lid, onder a, 13 en 14 van de Warenwet;

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 24 mei 1993, no. 14681/(41)5;

De Raad van State gehoord (advies van 23 december 1993, nr. W13.93.0583);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 31 januari 1994, DGVgz/VVP/P 94170, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. stoffen: chemische elementen en hun verbindingen, zoals zij voorkomen in natuurlijke toestand of bij de produktie ontstaan en die eventueel alle additieven bevatten die nodig zijn voor het in de handel brengen van deze stoffen;

  • b. preparaten: mengsels of oplossingen die bestaan uit twee of meer stoffen.

Artikel 2

Het is verboden waren die niet voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen, te vervaardigen of te verhandelen.

Artikel 3

  • 1 Waren als bedoeld in Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (PbEG L 262), mogen de in deze richtlijn genoemde stoffen op preparaten niet bevatten, indien zij daardoor een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid en gezondheid van personen.

  • 2 Onze Minister kan, ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde richtlijn, ten aanzien van het eerste lid nadere regels stellen, bevattende:

    • - lijsten met stoffen of preparaten welke niet in waren als bedoeld in het eerste lid mogen voorkomen;

    • - lijsten met stoffen die slechts onder bepaalde voorwaarden in waren als bedoeld in het eerste lid mogen voorkomen.

Artikel 4

Een wijziging van de in artikel 3 genoemde richtlijn treedt voor de toepassing van dat artikel in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 februari 1994

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de vierentwintigste februari 1994

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin