Besluit van 4 februari 1994, houdende regels omtrent het examen, bedoeld in artikel
71 van de Wet op de Registeraccountants
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 1 september 1993, nr.
93064764 WJA/W;
Gelet op de achtste richtlijn (nr. 84/253/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 10 april 1984 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag inzake de toelating van personen, belast met de wettelijke controle
van boekhoudbescheiden (PbEG L 126), en op artikel 72, tweede lid, en artikel 73, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants;
De Raad van State gehoord (advies van 30 november 1993, nr. W10.93.0597);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 1 februari 1994,
nr. 94007473 WJA/W;
Hebben goedgevonden en verstaan: