Wet van 14 februari 1994, houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte in verband
met de decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en de liberalisatie
van huurprijzen van duurdere woningen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige wijzigingen aan
te brengen in de Huurprijzenwet woonruimte in verband met de decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en
dat het wenselijk is ter vermindering van het aantal dwingende of richtingbepalende
wettelijke voorschriften voor de huurprijsvorming bij dure woningen de Huurprijzenwet woonruimte en enkele andere wetten zodanig aan te passen dat voor zelfstandige woningen in die
sector de huurprijsvorming zoveel mogelijk aan de werking van de markt wordt overgelaten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: