U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-08-2012 en zichtdatum 25-10-2024. Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012
Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomsten uit arbeid
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen de adviezen van de Sociale Verzekeringsraad van 4 juni 1992, nr. 922639, van 18 maart 1993, nr. 931476 en van 21 oktober 1993, nr. 935086;
Gelet op artikel 33, vijfde en zesde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en artikel 44, vijfde en zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;
Ziektewet;
Werkloosheidswet;
een tussen de werkgever en de werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen periode, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht;
een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die voorafgaat aan die uitkering of het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.
1 Onder inkomen als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de WAO, artikel 58, eerste lid, van de Waz en artikel 3:48, eerste lid, van de Wet Wajong, worden mede verstaan de volgende uitkeringen, indien deze ter zake van die arbeid worden verleend:
a. een uitkering krachtens de ZW, waaronder begrepen een uitkering op grond van artikel 46 van die wet;
b. een uitkering bij ziekte krachtens een regeling, welke geldt voor personen, die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of b, van de ZW niet ingevolge die wet verzekerd zijn;
c. een uitkering bij ziekte krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
d. een uitkering krachtens de WW;
e. een uitkering bij werkloosheid krachtens een regeling, welke geldt voor personen, die op grond van artikel 6, onderdeel a of b, van de WW, niet ingevolge die wet verzekerd zijn;
f. een uitkering bij werkloosheid krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
g. een uitkering als bedoeld in de artikelen 6, 51 en 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;
h. een uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg;
i. een uitkering bij zwangerschap, bevalling, adoptie of pleegzorg krachtens de sociale wetgeving van een ander land.
2 Ingeval recht ontstaat op doorbetaling van loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van bezoldiging als bedoeld in artikel 76a van de Ziektewet, wordt tevens onder inkomen verstaan het inkomen dat werd genoten in het aangiftetijdvak voor het aangiftetijdvak waarin recht ontstond op die doorbetaling van loon of bezoldiging.
1 Indien de uitkering, bedoeld in artikel 2, door toedoen van de betrokkene of in verband met het doormaken van een wachtperiode niet wordt uitbetaald, wordt voor de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de WAO, artikel 58, eerste lid, van de Waz en artikel 3:48, eerste lid, van de Wet Wajong gehandeld alsof die uitkering wel is uitbetaald.
2 Indien degene op wie artikel 44 van de WAO, artikel 58 van de Waz of artikel 3:48 van de Wet Wajong van toepassing is recht heeft op een uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, d of h, wordt voor de toepassing van genoemde artikelen 44, 58 en 3:48 gehandeld alsof hij een uitkering krachtens de ZW, onderscheidenlijk de WW, onderscheidenlijk hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg, ontvangt, gelijk aan het inkomen, waarmee laatstelijk vóór de aanvang van de ongeschiktheid tot werken, onderscheidenlijk de werkloosheid, onderscheidenlijk het ontstaan van het recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg bij de toepassing van laatstgenoemde artikelen rekening is gehouden.
3 Het aan de persoon, bedoeld in het eerste, tweede, vijfde of zesde lid, uit te betalen bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt niet verder beperkt dan tot het volle bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, verminderd met het bedrag van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, d of h, bedoelde uitkering dan wel het op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ontvangen loon.
4 Indien degene op wie artikel 44 van de WAO, artikel 58 van de WAZ of artikel 3:48 van de Wet Wajong van toepassing is, met verlof is dan wel pensioen of prepensioen ontvangt wordt voor de toepassing van genoemde artikelen 44, 58 en 3:48 gehandeld alsof hij tijdens dat verlof dan wel tijdens het ontvangen van dat pensioen of prepensioen een inkomen heeft dat gelijk is aan het inkomen waarmee laatstelijk vóór de aanvang van het verlof dan wel het ontvangen van pensioen of prepensioen bij de toepassing van die artikelen rekening is gehouden.
5 Indien geen recht op doorbetaling van loon of bezoldiging bestaat door toepassing van artikel 629, derde of negende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 76b, eerste tot en met derde lid, van de ZW, wordt voor de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de WAO, artikel 58, eerste lid, van de Waz en artikel 3:48, eerste lid, van de Wet Wajong het loon of bezoldiging in aanmerking genomen als ware er wel recht op doorbetaling.
6 Indien geen recht bestaat op doorbetaling van loon of bezoldiging die naar aard en strekking overeenkomt met loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of bezoldiging als bedoeld in artikel 76a van de ZW, op gronden die naar aard en strekking overeenkomen met artikel 629, derde of negende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 76b, eerste tot en met derde lid, van de ZW, wordt voor de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de WAO, artikel 58, eerste lid, van de Waz en artikel 3:48, eerste lid, van de Wet Wajong het loon of bezoldiging in aanmerking genomen als ware er wel recht op doorbetaling.
7 Voor de toepassing van artikel 2, tweede lid, het tweede, vierde, vijfde of zesde lid, wordt bij een per aangiftetijdvak wisselend inkomen in afwijking van het tweede, vierde, vijfde of zesde lid als inkomen aangemerkt het gemiddelde van het inkomen in de drie aangiftetijdvakken voor het aangiftetijdvak waarin recht ontstond op loondoorbetaling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, het vijfde of zesde lid, recht ontstond op uitkering, bedoeld in het tweede lid dan wel, waarin het pensioen, prepensioen of verlof, bedoeld in het vierde lid, aanving.
1 Ten aanzien van de persoon:
a. op wie artikel 44, eerste lid, van de WAO, artikel 58, eerste lid, van de Waz of artikel 3:48, eerste lid, van de Wet Wajong van toepassing is;
b. voor wie loondispensatie is verkregen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikellid luidde op de dag voordat het op grond van artikel 2.10 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is vervallen of als bedoeld in artikel 3:63 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten; en
c. die noodzakelijke persoonlijke ondersteuning geniet:
1º. als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikellid luidde op de dag voordat het op grond van artikel 2.10 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is vervallen of als bedoeld in artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; dan wel
2º. die voldoet aan dezelfde voorwaarden op grond waarvan persoonlijke ondersteuning genoten zou kunnen worden als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikellid luidde op de dag voordat het op grond van artikel 2.10 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is vervallen of als bedoeld in artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, maar hiervoor niet in aanmerking komt, aangezien deze persoon reeds op grond van een andere regeling deze ondersteuning geniet,
is het tweede lid van toepassing.
2 Indien de som van het per dag tot uitbetaling komende bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering van de in het eerste lid bedoelde persoon en het door die persoon per dag genoten bedrag aan inkomen, minder bedraagt dan het bij de verrichte arbeid behorende rechtens geldende loon, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering verhoogd totdat deze som gelijk is aan dat rechtens geldende loon, doch ten hoogste tot 120% van het minimumloon.
3 Het tweede lid is eveneens van toepassing ten aanzien van de persoon die:
a. geen begeleiding meer op zijn werkplek heeft als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Wet sociale werkvoorziening, maar die wel voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, onderdeel a en b, zolang hij werkzaam blijft in de dienstbetrekking waarvoor die begeleiding was verkregen; of
b. geen noodzakelijke persoonlijke ondersteuning meer geniet als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, maar die wel voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, onderdeel a en b, zolang hij werkzaam blijft in de dienstbetrekking waarvoor die persoonlijke ondersteuning was verkregen.
4 Onder het in het tweede lid bedoelde minimumloon wordt verstaan het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet, gedeeld door 21,75. Indien werkgever en werknemer een arbeidsduur zijn overeengekomen die korter is dan de normale arbeidsduur dienen het in het tweede lid bedoelde rechtens geldende loon en het minimumloon naar evenredigheid te worden verminderd.
5 Aan de in het eerste lid bedoelde persoon wordt geen hoger bedrag aan arbeidsonge-schiktheidsuitkering uitbetaald dan het bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering dat tot uitbetaling zou zijn gekomen als artikel 44 van de WAO, artikel 58 van de Waz of artikel 3:48 van de Wet Wajong op die persoon niet van toepassing zouden zijn geweest.
Indien artikel 4, eerste of derde lid, van toepassing is, is artikel 44, eerste lid, van de WAO, artikel 58, eerste lid, van de WAZ of artikel 3:48, eerste lid, van de Wet Wajong voor onbeperkte duur van toepassing.
Artikel 3, vierde lid, is niet van toepassing op uitkeringen die zijn verleend voor de datum van inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 april 2009, nr. IVV/I/09/5652 tot wijziging van de Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomsten uit arbeid in verband met de bepaling van inkomsten uit arbeid tijdens een verlofperiode (Stcrt. 2009, 81) als degene die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering met verlof is dan wel pensioen of prepensioen ontvangt, met dien verstande dat in geval van verlof artikel 3, vierde lid, buiten toepassing blijft tot het einde van die verlofperiode.
Artikel 3, vierde lid, is niet van toepassing op de werknemer die een arbeidsovereenkomst als bedoeld in de hoofdstukken 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening is aangegaan en die:
a. in de periode van 1 mei 2009 tot 1 juli 2012 prepensioen is gaan ontvangen of
b. in de periode van 1 mei 2009 tot 1 juli 2012 de normpensioenleeftijd, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel B, van het Pensioenreglement SW (in werking getreden op 1 januari 2006 en laatstelijk gewijzigd op 7 maart 2008) bereikt en op of na 1 juli 2012 prepensioen gaat ontvangen.
1 Deze regeling, zoals die luidde op de dag voor inwerkingtreding van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2011, nr IVV/I/2011/22179, blijft van toepassing op de persoon op wie artikel 44 van de WAO, artikel 58 van de WAZ of artikel 3:48 van de Wet Wajong van toepassing was op die dag tot het moment dat dat artikel niet meer van toepassing is.
2 Ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid, wordt tot het tijdstip, bedoeld in het eerste lid voor ‘inkomsten uit arbeid’ gelezen: inkomen.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 1993.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 15 februari 1994
Staatssecretaris
J. Wallage
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.