Besluit Nederlands bureau brandweerexamens

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 29-06-2024.
Geldend van 01-10-2010 t/m 31-12-2012

Besluit van 22 februari 1994, houdende nadere regels ten aanzien van de inrichting en de werkwijze van het Nederlands bureau brandweerexamens, de taak, de samenstelling en de openbaarheid van de vergaderingen van het bestuur en de controle op het financieel beheer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer, van 17 december 1992, nr. EB92/2909;

Gelet op artikel 15a, elfde lid, van de Brandweerwet 1985, artikel II, onder C, tweede lid, van de wet van 11 november 1993 (Stb. 1994, 15), artikel 1, onderdeel a, van de Wet openbaarheid van bestuur en artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet Nationale ombudsman;

De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 1993, nr. W04.92.0648);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer en Rampenbestrijding, van 10 februari 1994, nr. EB93/444;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsomschrijving

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In dit besluit wordt verstaan onder:

§ 2. Samenstelling van het bestuur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bestuur bestaat uit een voorzitter, vijf leden afkomstig uit de kring van organisaties die mede de belangen van het te examineren personeel van de gemeentelijke brandweren, de regionale brandweren en de bedrijfsbrandweren behartigen alsmede een lid als deskundige op het terrein van toetsontwikkeling en examinering.

  • 2 Het hoofd van het bureau is tevens secretaris van het bestuur.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De leden van het bestuur worden, behoudens tussentijds ontslag, benoemd voor de tijd van vier jaren.

  • 2 De leden van het bestuur kunnen ten hoogste eenmaal worden herbenoemd.

§ 3. Inrichting en werkwijze van het bureau, taak en openbaarheid van de vergaderingen van het bestuur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bestuur stelt bij reglement de inrichting en de werkwijze van het bureau vast.

  • 2 De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar, behoudens in de gevallen waarin openbaarheid onevenredige benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden oplevert.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De voorzitter van het bestuur of een ander door het bestuur aan te wijzen lid vertegenwoordigt het bureau in en buiten rechte.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het bestuur geeft bij het verstrekken van de gegevens, bedoeld in artikel 74, vierde lid, van de Wet veiligheidsregio’s, indien nodig, aan welke gegevens een vertrouwelijk karakter dragen. Dit vertrouwelijk karakter kan voortvloeien uit de aard van de gegevens of uit het feit dat natuurlijke personen of rechtspersonen deze aan het bureau hebben verstrekt onder de voorwaarde dat zij als vertrouwelijk worden behandeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het bestuur stelt jaarlijks vóór 1 juli een verslag op met betrekking tot het in het afgelopen jaar gevoerde en het in het komende jaar te voeren beleid dat ter kennisneming aan Onze Minister wordt toegezonden, alsmede een planning van de af te nemen examens over het komende seizoen dat loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

§ 4. Controle op het financieel beheer

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bestuur dient jaarlijks vóór 1 juli bij Onze Minister een begroting in van de inkomsten en uitgaven voor het daarop volgende kalenderjaar en een meerjarenraming van de inkomsten en uitgaven van de daarop volgende vier jaren en zendt het jaarverslag van het voorafgaande kalenderjaar en de toelichting daarop aan Onze Minister.

  • 2 In de begroting, bedoeld in het eerste lid,:

    • a. wordt een overzicht gegeven van de personele kosten, de apparaatsuitgaven, de bestuurskosten, de examenkosten, de voorlichtingskosten, de examengelden, de bijdrage uit 's Rijks kas en de overige inkomsten;

    • b. wordt het te voeren financiële beleid, zoveel mogelijk gekwantificeerd aan de hand van prestaties en geplande activiteiten, toegelicht;

    • c. worden de ramingcijfers van het begrotingsjaar en het lopende kalenderjaar alsmede de werkelijke cijfers van het voorafgaande kalenderjaar opgenomen.

  • 3 Het jaarverslag, bedoeld in het eerste lid,:

    • a. bevat een verantwoording van het gevoerde beleid, zulks in het bijzonder in relatie tot hetgeen bij de begroting als te voeren beleid is gepresenteerd;

    • b. is voorzien van een controlerapport en een verklaring die zijn afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4 De verantwoording, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, vermeldt de prestaties die het gevolg zijn van de activiteiten en legt een relatie met de gedane uitgaven en ontvangsten.

  • 5 Het bestuur verstrekt desgevraagd aan de Accountantsdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken alle gegevens die deze dienst noodzakelijk acht voor de uitoefening van zijn taak.

  • 6 De ambtenaren van de dienst, bedoeld in het vijfde lid, kunnen tevens op eigen initiatief informatie inwinnen bij de accountant die met de controle is belast.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Onze Minister beslist vóór 1 oktober over de goedkeuring van de begroting van de inkomsten en uitgaven voor het daarop volgende kalenderjaar, de meerjarenraming van de inkomsten en uitgaven en het jaarverslag, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het voorafgaande kalenderjaar.

§ 5. Nationale ombudsman en openbaarheid van bestuur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

§ 6. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bestuur zendt jaarlijks vóór 1 juli van het jaar, volgend op het kalenderjaar waarvoor de voorlopige bijdrage, bedoeld in de artikelen 11 en 13, tweede lid, is vastgesteld, het jaarverslag en de toelichting daarop aan Onze Minister.

  • 3 Onze Minister stelt aan de hand van de gegevens in het jaarverslag vóór 1 oktober volgend op het kalenderjaar waarvoor de voorlopige bijdrage, bedoeld in de artikelen 11 en 13, tweede lid, is vastgesteld, de bijdrage definitief vast.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De archiefbescheiden van de Staat die in beheer zijn bij het Bureau Brandweerexamens, gaan met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit over naar het bureau.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop artikel I van de wet in werking treedt.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Nederlands bureau brandweerexamens.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 februari 1994

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

E. van Thijn

Uitgegeven de vijftiende maart 1994

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin