Besluit van 22 februari 1994, houdende nadere regels ten aanzien van de inrichting
en de werkwijze van het Nederlands bureau brandweerexamens, de taak, de samenstelling
en de openbaarheid van de vergaderingen van het bestuur en de controle op het financieel
beheer
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal voor
Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer, van 17 december 1992, nr. EB92/2909;
Gelet op artikel 15a, elfde lid, van de Brandweerwet 1985, artikel II, onder C, tweede lid, van de wet van 11 november 1993 (Stb. 1994, 15), artikel 1, onderdeel a, van de Wet openbaarheid van bestuur en artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet Nationale ombudsman;
De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 1993, nr. W04.92.0648);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal
voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer en Rampenbestrijding, van 10
februari 1994, nr. EB93/444;
Hebben goedgevonden en verstaan: