Stb. 2013, 300, datum inwerkingtreding 26-07-2013, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
1 De gewezen ambtenaar die wegens ziekte, ontstaan voor het tijdstip van ingang van
zijn ontslag, niet zijnde een ontslag op grond van artikel 87a, artikel 88, artikel
88a dan wel artikel 94, eerste lid, aanhef, onderdelen e of f, van het Besluit algemene
rechtspositie politie nog ongeschikt is een naar aard en omvang soortgelijke functie
te vervullen, heeft zolang hij ongeschikt tot werken is wegens ziekte, doch niet langer
dan een tijdvak van ten hoogste 78 weken, aanspraak op de doorbetaling van zijn bezoldiging
overeenkomstig de volgende tabel:
-
a. de eerste 26 weken 100% van de bezoldiging;
-
b. de tweede 26 weken 90% van de bezoldiging;
-
c. de derde 26 weken 80% van de bezoldiging.
10 De gewezen ambtenaar aan wie eervol ontslag is verleend op grond van artikel 88d van
het Besluit algemene rechtspositie politie met het oog op pensioen als bedoeld in
artikel 7.3 van het pensioenreglement, voor zover dat is ingegaan voor de AOW-gerechtigde
leeftijd, heeft tot uiterlijk de AOW-gerechtigde leeftijd slechts aanspraak op de
doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging voor zover deze tezamen met
zijn pensioen op grond van artikel 7.3 van het Pensioenreglement de laatstelijk genoten
bezoldiging niet overschrijdt.
11 Het bedrag van de laatstelijk genoten bezoldiging, bedoeld in de voorgaande leden,
wordt in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig een algemene salarismaatregel
in de sector politie.
Stb. 2015, 318, datum inwerkingtreding 27-08-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 29-12-2005.
4 De doorbetaling van de bezoldiging bedoeld in het eerste en tweede lid, eindigt na
ommekomst van de uitkeringsduur, maar in ieder geval:
5 De gewezen ambtenaar waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid, waarvan de oorzaak
is gelegen voor het tijdstip van ingang van zijn ontslag, is vastgesteld op minder
dan 35% en die als gevolg van de arbeidsongeschiktheid inkomensverlies heeft, maakt
aanspraak op een compensatie van dit inkomensverlies. Onder inkomensverlies wordt
verstaan het verschil tussen de laatstgenoten bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering
van de ambtenaar op het moment van vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid
op minder dan 35% en de nieuwe structurele bruto inkomsten uit arbeid, waarbij verhogingen
van de inkomsten wegens algemene salarismaatregelen of een periodieke verhoging van
het inkomen buiten beschouwing worden gelaten.
6 De compensatie, bedoeld in het vijfde lid, is een toelage ter hoogte van 70% van het
inkomensverlies voor de duur van vijf jaar, gerekend vanaf de dag waarop de mate van
arbeidsongeschiktheid van de gewezen ambtenaar is vastgesteld op minder dan 35%, maar
niet voordat 104 weken na de eerste ziektedag zijn verstreken. Bij samenloop van de
compensatie, bedoeld in het vijfde lid, met een uitkering krachtens de Werkloosheidswet
of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, wordt de compensatie
verminderd met het bedrag van de uitkering krachtens de Werkloosheidswet.
7 De gewezen ambtenaar aan wie eervol ontslag is verleend op grond van artikel 87a van
het Besluit algemene rechtspositie politie met het oog op een uitkering op grond van
een vut-overeenkomst als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet kaderregeling
vut overheidspersoneel, heeft slechts aanspraak op de doorbetaling van zijn laatstelijk
genoten bezoldiging voor zover deze tezamen met de aanvullende uitkering in artikel
8.4 van het Pensioenreglement de laatstelijk genoten bezoldiging niet overschrijdt.
8 De gewezen ambtenaar aan wie eervol ontslag is verleend op grond van artikel 88d van
het Besluit algemene rechtspositie politie met het oog op pensioen als bedoeld in
artikel 7.3 van het pensioenreglement, voor zover dat is ingegaan voor de AOW-gerechtigde
leeftijd, heeft tot uiterlijk de AOW-gerechtigde leeftijd slechts aanspraak op de
doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging voor zover deze tezamen met
zijn pensioen op grond van artikel 7.3 van het Pensioenreglement de laatstelijk genoten
bezoldiging niet overschrijdt.
9 Het bedrag van de laatstelijk genoten bezoldiging, bedoeld in de voorgaande leden,
wordt in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig een algemene salarismaatregel
in de sector politie.
10 De in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde vermindering van het percentage
van de bezoldiging is niet van toepassing indien de ziekte is veroorzaakt door een
dienstongeval of een beroepsziekte.