Stb. 2008, 384, datum inwerkingtreding 01-10-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2008.
1 Aan de ambtenaar die is ingedeeld in een salarisschaal lager dan salarisschaal 13
van bijlage I van dit besluit en die overwerk verricht, wordt, behoudens het zesde
lid, een vergoeding toegekend.
2 Aan de ambtenaar die is ingedeeld in salarisschaal 13 of 14 van bijlage I van dit
besluit wordt de in dit artikel bedoelde vergoeding toegekend indien hij overwerk
verricht in het kader van:
-
a. deelname aan een rampenstaf;
-
b. deelname aan grootschalig bijzonder optreden;
-
c. inzet als lid van een mobiele eenheid;
-
d. deelname aan een team grootschalige opsporing.
3 Onder overwerk wordt verstaan dienst in opdracht van het daartoe bevoegde gezag buiten
de voor de ambtenaar krachtens artikel 12 van het Besluit algemene rechtspositie politie
vastgestelde arbeidstijden, voorzover daardoor de per dienstdag vastgestelde totale
arbeidstijd wordt overschreden.
4 Overwerk kan niet worden opgedragen boven een door het bevoegd gezag of een door deze
aangewezen ambtenaar, vast te stellen aantal uren per jaar.
5 Het opdragen van overwerk mag niet tot gevolg hebben dat de ambtenaar per periode
van vier weken minder dan vier vrije dagen en per kalenderjaar minder dan dertien
vrije zondagen, waarvan elf aansluitend aan een vrije dag, geniet.
6 Voor overwerk dat gedurende korter dan een half uur aansluitend aan de vastgestelde
dagelijkse arbeidstijd wordt verricht, wordt geen vergoeding toegekend.
7 Overwerk wordt naar de keuze van het bevoegd gezag vergolden door middel van een
bedrag in geld dan wel door middel van verlof of door middel van een combinatie van
een bedrag in geld en verlof. Bij de keuze van de vorm van vergoeding wordt zoveel
mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ambtenaar.
8 De vergoeding voor elk uur overwerk is een bedrag in geld ter grootte van het salaris
per uur van de ambtenaar dan wel verlof voor de duur van één uur, vermeerderd met
€ 6,00 dan wel verlof voor de duur van een half uur, bij wijze van toeslag.
9 De in het achtste lid genoemde vergoeding door middel van een bedrag in geld wordt
zo spoedig mogelijk uitbetaald, doch uiterlijk bij gelegenheid van de tweede salarisbetaling
volgende op de periode van vier weken waarin het overwerk is verricht. De vergoeding
is niet pensioengevend.
10 In geval vergoeding van overwerk plaatsvindt door middel van verlof, wordt het verlof
zo spoedig mogelijk verleend, doch uiterlijk in de periode van vier weken waarin de
in het negende lid bedoelde salarisbetaling plaatsvindt.
11 Van de in het negende en tiende lid gestelde termijnen kan worden afgeweken indien
het dienstbelang dat vereist of, indien het dienstbelang zich daartegen niet verzet,
op verzoek van de ambtenaar. Voor de hier bedoelde gevallen wordt een nieuwe uiterste
termijn vastgesteld.
12 De tijdstippen waarop het verlof, bedoeld in het achtste lid, wordt verleend, worden
zo tijdig mogelijk vastgesteld, waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met
de wensen van de ambtenaar.
13 Het verlof, bedoeld in het achtste lid, dat aan het einde van een kalenderjaar niet
is verleend, wordt naar wens van de ambtenaar bij gelegenheid van de eerste salarisbetaling
in het daarop volgende kalenderjaar uitbetaald als vergoeding, bedoeld in het achtste
lid, dan wel toegevoegd aan het spaarverlof, bedoeld in de Regeling verlofsparen politie.
14 Voor de toepassing van dit artikel worden gedeelten van uren, voor zover daarmee
het half uur, bedoeld in het zesde lid, wordt overschreden, berekend over een periode
van vier weken, opgeteld en naar boven afgerond op halve uren.
15 Voor de bepaling van de duur van de overschrijding van de per dienstdag vastgestelde
totale arbeidstijd gelden uren waarop krachtens het Besluit algemene rechtspositie
politie vakantie of verlof is genoten dan wel wegens ziekte of schorsing geen dienst
is verricht, als uren waarop feitelijk dienst is verricht.
16 Voor de toepassing van dit artikel berust het oordeel omtrent het dienstbelang bij
het bevoegd gezag dan wel bij de door deze aangewezen ambtenaar.
Stb. 2013, 300, datum inwerkingtreding 26-07-2013, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
13 Het verlof, bedoeld in het achtste lid, dat aan het einde van een kalenderjaar niet
is verleend, wordt naar wens van de ambtenaar bij gelegenheid van de eerste salarisbetaling
in het daarop volgend kalenderjaar conform het achtste lid uitbetaald dan wel doorgestort
naar een rekening in het kader van de Regeling levensloop politie.