-
a. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
-
b. aspirant: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als aspirant en die is toegelaten
tot een initiële opleiding;
-
c. ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak: de ambtenaar, bedoeld
in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012, met uitzondering van de aspirant gedurende het theoretische opleidingsdeel, waarbij
voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld
voor de uitvoering van de politietaak, gelijk wordt gesteld aan de ambtenaar, bedoeld
in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012;
-
d. ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere
taken ten dienste van de politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, werkzaam bij het LSOP en de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de
uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche,
wordt gelijkgesteld met ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b,
van de Politiewet 2012;
-
e. ambtenaar van de rijksrecherche: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Politiewet 2012;
-
f. vakantiewerker: een scholier of student die ten tijde van onderbreking van zijn opleiding
wegens vakantie voor een periode van ten hoogste acht weken is aangesteld voor het
verrichten van ondersteunende werkzaamheden;
-
g.
[Red: vervallen;]
-
h. het LSOP: het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, bedoeld in artikel 2 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
-
i. ambtenaar: de aspirant, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak,
de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere
taken ten dienste van de politie, de ambtenaar van de rijksrecherche en de vakantiewerker;
-
j. bevoegd gezag:
-
1. de korpschef, bedoeld in artikel 27, Politiewet 2012, voor zover het betreft de aspirant, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering
van de politietaak en de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische,
administratieve en andere taken ten dienste van de politie, die werkzaam is bij een
eenheid zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 2012;
-
2. de raad van toezicht van het LSOP, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld in
artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
-
3. het college van bestuur van het LSOP, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld
in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
-
4. het College van procureurs-generaal, voor zover het betreft de ambtenaar van de rijksrecherche;
-
k. volledige betrekking: een betrekking die een arbeidstijd van gemiddeld 36 uur per
week omvat;
-
l. deelbetrekking: een betrekking die een arbeidstijd van gemiddeld minder dan 36 uur
per week omvat;
-
m. salaris: het bedrag dat met inachtneming van de bepalingen van dit besluit voor de
ambtenaar is vastgesteld aan de hand van één van de bijlagen van dit besluit;
-
n. salaris per uur: 1/157 deel van het salaris bij een volledige betrekking;
-
o. salarisschaal: een als zodanig in één van de bijlagen van dit besluit vermelde reeks
van genummerde salarissen;
-
p. salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal, die in een salarisschaal bij
een salaris is vermeld;
-
q. maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;
-
r. functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens
en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen, of het
samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd
in het LFNP;
-
s. toelagen: alle toelagen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;
-
t. vergoedingen: alle vergoedingen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;
-
u. uitkeringen: alle uitkeringen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;
-
v. bezoldiging: de som van het salaris, de toelagen, met uitzondering van de toelagen,
bedoeld in de artikelen 12b, 12c, 12d en 16, eerste lid, alsmede de uitkering, bedoeld in artikel 25a, indien Onze Minister zulks bepaalt;
-
w. arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 18, eerste lid van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
-
x. arbodienst: een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;
-
y. deskundige persoon: een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b of c, van die wet;
-
z. beroepsziekte: een ziekte, welke in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard
van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden,
waaronder deze moesten worden verricht, en die niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid
is te wijten, of een beroepsziekte als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Regeling vredesmissies politie;
-
aa. dienstongeval: een ongeval, welke in overwegende mate zijn oorzaak vindt in de aard
van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden,
waaronder deze moesten worden verricht, en dat niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid
is te wijten, of een ongeval als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Regeling vredesmissies politie;
-
bb. beroepsincident: een dienstongeval of een beroepsziekte voortvloeiend uit een gevaarzettende
situatie die rechtstreeks verband houdt met de uitvoering van zijn taak waaraan de
ambtenaar zich vanwege zijn specifieke functie niet kan onttrekken;
-
cc. herplaatsen: het op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens
ziekte opdragen van een andere functie of de eigen functie onder andere voorwaarden;
-
dd. herplaatsingstoelage: een herplaatsingstoelage als bedoeld in hoofdstuk 9 van het
Pensioenreglement;
-
ee. invaliditeitspensioen: een invaliditeitspensioen als bedoeld in hoofdstuk 8 van het
Pensioenreglement;
-
ff. medisch advies: een advies van de deskundige persoon of de arbodienst dat ten aanzien
van de ambtenaar is uitgebracht na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld
in artikel 18, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 50 van het Besluit algemene rechtspositie politie;
-
gg. gewezen ambtenaar: een ambtenaar aan wie ontslag is verleend, met ingang van de dag
waarop het ontslag is ingetreden;
-
hh. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
-
ii. passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de ambtenaar
is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale
aard niet van hem kan worden gevergd;
-
jj. Pensioenreglement: het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;
-
kk. Stichting Pensioenfonds ABP: de Stichting Pensioenfonds ABP, bedoeld in artikel 6 van de Wet privatisering ABP;
-
ll. pensioengevend inkomen: het pensioengevend inkomen bedoeld in hoofdstuk 3 van het
Pensioenreglement vermeerderd met de toelagen genoemd in artikel 12b, 12c en 12d;
-
mm.
[Red: vervallen;]
-
nn. WAO: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
-
oo. WAO-uitkering: een uitkering op grond van de WAO;
-
pp. ZW: de Ziektewet;
-
qq. ZW-uitkering: ziekengeld als bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet;
-
rr. zijn arbeid: hetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge artikel 19 van de Ziektewet;
-
ss. initiële opleiding: een door Onze Minister aangewezen opleiding, gericht op de voorbereiding
van de uitvoering van algemene politietaken waarvoor in het kader van de landelijke
kwalificatiestructuur, bedoeld in artikel 14 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, competentiegerichte eindtermen zijn vastgesteld;
-
tt. theoretisch opleidingsdeel: de periode of perioden waarin de aspirant aan een opleidingsinstituut
in het kader van de initiële opleiding onderwijs volgt;
-
uu. praktische opleidingsdeel: de periode of perioden waarin de aspirant de politietaak
bij een regionale eenheid of een landelijke eenheid uitvoert in het kader van de initiële
opleiding;
-
vv. LFNP: Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie: het door Onze Minister vastgestelde
geheel van functiebeschrijvingen, onderverdeeld naar vakgebieden, inclusief de waardering,
en de aan het gebouw verbonden en omschreven werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke
functionaliteiten.