1.6. A.6. Beslistermijn aanvraagfase
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
(Afdeling 4.1.3 Awb; punten 5.4.1 en 5.4.4 Voorschrift Awb)
In de in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 opgenomen kwijtscheldingsregeling
is geen termijn opgenomen waarbinnen op een verzoek om kwijtschelding moet worden
beslist.
De Awb bepaalt dat binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag moet
worden beslist en stelt voorts dat die redelijke termijn in ieder geval verstreken
is wanneer het bestuursorgaan binnen acht weken geen beschikking heeft gegeven, noch
een kennisgeving aan de aanvrager heeft gedaan, waarin is vermeld binnen welke termijn
de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Concreet betekent dit voor beslissingen op verzoeken om kwijtschelding dat de ontvanger
binnen acht weken op een zodanig verzoek dient te beslissen. Lukt dat niet, dan moet
hij een kennisgeving aan de belastingschuldige verzenden, waarin hij een redelijke
termijn noemt, waarbinnen op de aanvraag kan zijn beslist.
Met betrekking tot saneringsverzoeken (artikel 26, paragrafen 2a, 3 en 4 van de Leidraad
Invordering 1990) merk ik het volgende op.
Beslissingen op saneringsverzoeken, zowel in de zakelijke als in de particuliere sfeer,
vergen gemiddeld zes maanden. Voor die verzoeken dient, indien niet binnen die zes
maanden op een zodanig verzoek is beslist, pas na die zes maanden een kennisgeving
aan belastingschuldige te worden verzonden, waarin een redelijke termijn voor afdoening
van zo’n verzoek wordt genoemd.