Besluit van 21 maart 1994, houdende enkele rechtspositionele voorschriften ten aanzien
van de rechterlijke ambtenaren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie a.i. van 19 november 1992, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 263321/92/6;
Gelet op de artikelen 12, vijfde lid, 14, derde lid, 15, vijfde lid, en 16, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;
De Raad van State gehoord (advies van 26 januari 1993, nr. W03.92.0584);
Gezien het nader rapport van de Minister van Justitie van 14 maart 1994, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 428976/94/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: